De duurzaamheidsdoelen zoals de sustainable development goals (sdg’s) en het klimaatakkoord van Parijs vieren hun 10-jarig bestaan. Toch is er geen reden voor feest, want de doelen gaan in het huidige tempo niet gehaald worden. Dat is slecht nieuws terwijl de klok tikt. Klimaatverandering en het uitputten van natuurlijke hulpbronnen eisen snelle en daadkrachtige actie. Het garanderen van bestaanszekerheid, het tegengaan van energiearmoede en het verkleinen van onredelijke inkomensverschillen zijn actuele politieke thema’s. Al jaren wordt de financiële sector geprezen als een potentieel vliegwiel voor de broodnodige verduurzaming. Toch gebeurt te vaak het tegenovergestelde: een sector die traag beweegt, te veel risico’s schuwt en daardoor de transitie eerder remt dan versnelt.
Er wordt nog altijd relatief weinig duurzaam belegd en geïnvesteerd. Duurzaamheidsregelgeving zoals de CSRD (duurzaamheidsverslaglegging voor bedrijven) wordt afgezwakt, groene projecten en innovatieve duurzame ondernemingen worstelen met het vinden van voldoende kapitaal, terwijl investeringen in fossiele brandstoffen en vervuilende industrieën nog steeds onverminderd doorgaan. Sterker nog, een aantal grote bedrijven lijkt zelfs weer af te stappen van hun duurzaamheidsbeleid. Pensioenfondsen, die namens miljoenen Nederlanders miljarden aan vermogen beheren, worstelen met de afweging tussen rendement en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Accountants en financieel adviseurs weten niet goed hoe ze verduurzaming moeten bespreken met hun klanten. Ook verzekeraars laten een steek vallen. Juist zij kunnen een cruciale rol spelen in het stimuleren van verduurzaming en circulariteit, door bijvoorbeeld risico’s van duurzame innovaties beter te begrijpen en te verzekeren. Maar ook door meer in te zetten op herstel na schade in plaats van vervanging. In plaats daarvan zien we te veel terughoudendheid, wat de ontwikkeling van nieuwe, duurzame businessmodellen belemmert. Het lijkt alsof de sector vasthoudt aan traditionele risicomodellen, die niet passen bij de dynamiek van een duurzame transitie.
Bovendien is er een zorgwekkend gebrek aan aandacht voor ‘stranded assets’. Dit zijn activa die door klimaatverandering of beleidswijzigingen hun economische waarde verliezen. Denk aan vastgoed in overstromingsgevoelige gebieden, of investeringen in fossiele bedrijven die door nieuwe regelgeving onrendabel worden. Deze risico’s, die kunnen oplopen tot tientallen biljoenen euro’s, worden onvoldoende meegenomen in de waardering en financiering, waardoor de financiële sector zichzelf – en daarmee de samenleving – in de voet schiet. De urgentie van klimaatrisico’s wordt simpelweg niet voldoende vertaald naar financiële beslissingen.
De kern van het probleem ligt mijns inziens bij een fundamenteel gebrek aan kennis en een gemeenschappelijke taal over duurzaamheid binnen de sector. Veel financieel professionals begrijpen de complexiteit en de kansen van duurzaamheid onvoldoende. En we hanteren teveel begrippen over duurzaamheid door elkaar heen. Om het tij te keren is nin et nog meer regelgeving het antwoord, dat leidt vooral tot meer kosten en verbetert niet de intrinsieke motivatie. Het is verstandiger om vooral de intrinsieke motivatie binnen de financiële sector te vergroten. Door te zorgen dat iedereen in de financiële sector in ieder geval de basiskennis heeft van de relatie tussen duurzaamheid en financiën. Dus niet alleen gericht op de managers en de duurzaamheidsmensen binnen de banken, verzekeraars, pensioenfondsen, accountants en financieel adviseurs, maar juist bedoeld voor alle medewerkers.
Het is tijd om het roer radicaal om te gooien. Mijn voorstel is helder en direct: we moeten alle mensen in de financiële sector opleiden in sustainable finance. En dat moeten we tastbaar maken door dit via een onafhankelijk examen te laten certificeren. Dit betekent niet een oppervlakkige test, maar een diepgaande scholing en gedegen examen die verder gaat dan de basisprincipes. Professionals moeten een grondig begrip krijgen van:
- De urgentie van de klimaatcrisis en de impact ervan op de economie.
- De kansen die de duurzame transitie biedt voor nieuwe markten, producten en diensten.
- Hoe duurzaamheidsrisico’s (ESG-risico’s) te identificeren, te meten en te beheren.
- Concrete tools en methodieken om duurzaamheid te integreren in alle aspecten van hun werk: van risicoanalyse en productontwikkeling tot klantadvies en beleggingsstrategieën.
Deze opleiding met bijbehorende certificering moet ervoor zorgen dat elke professional in de financiële sector – van de junior analist tot de CEO – in staat is om het verschil te maken. Ze moeten niet alleen de cijfers interpreteren, maar ook de impact van hun beslissingen op mens en planeet volledig doorgronden. Pas dan kunnen ze volwaardig functioneren als vliegwiel van de verduurzaming en ervoor zorgen dat de financiële sector zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid eindelijk serieus neemt.
Het is niet langer een optie om af te wachten. De financiële sector heeft de middelen en de invloed om een cruciale rol te spelen in de wereldwijde duurzaamheidstransitie. Laten we ervoor zorgen dat ze ook de kennis en de wil krijgen om die rol met verve te vervullen. De toekomst hangt ervan af.
Dr. Fred de Jong, associate lector sustainable finance & tax bij de HAN University of Applied Sciences en mede-oprichter van het Sustainable Finance Initiative (www.sfi.info)


