Lagere CO2-uitstoot bij Europese bankleningen

Financierden Europese banken in 2018 nog 165 miljoen ton CO2-uitstoot, in 2023 (de meest recente cijfers) was dit teruggelopen tot 116 miljoen ton, een daling van 29%. Nederlandse banken financierden in 2023 zo’n 3,0 miljoen ton aan CO2-uitstoot met hun leningen aan Europese bedrijven. In 2018 was dit nog 5,6 miljoen ton (-47%).

Nederland stond daarmee (in 2023) op plek 9 in de eurozone als het gaat om door banken gefinancierde emissies, terwijl de omvang van de Nederlandse bankensector alleen kleiner is dan die van Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië. Deze relatief lage gefinancierde CO2-uitstoot ten opzichte van de grootte van de nationale bankensector komt doordat Nederlandse banken naar verhouding vaak leningen verstrekken aan sectoren met gemiddeld een lagere CO2-uitstoot, zoals de dienstensector.

Wat is gefinancierde uitstoot?

Gefinancierde emissies koppelen de CO₂-uitstoot van een bedrijf aan de mate van financiering door een bank. Krijgt een bedrijf bijvoorbeeld een lening van € 100 duizend op een balanstotaal van € 1 miljoen, dan kan tien procent van de uitstoot worden toegeschreven aan de bank. Als het bedrijf in dit geval tien ton aan CO₂ uitstoot, dan ‘financiert’ de bank die de lening heeft verstrekt een ton aan CO₂-emissies.

Hypotheken en effectenportefeuilles zijn niet meegenomen in deze cijfers. In 2023 gaat het om € 4035 miljard aan bedrijfsleningen in het eurogebied, waarvan € 226 miljard afkomstig is van Nederlandse banken.

De omvang van gefinancierde emissies per land is verder grotendeels in lijn met de grootte van de nationale economie en de bankensector van dat land. Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië vormen samen de top 4 van de eurozone: zij nemen gezamenlijk 74% van de gefinancierde uitstoot voor hun rekening.

Daling gefinancierde emissies door combinatie van factoren, wereldwijd neemt uitstoot toe

De daling in gefinancierde emissies bij zowel Nederlandse als Europese banken komt door een combinatie van factoren. Zowel de daling voor het totaal aan eurozonebanken als voor Nederlandse banken is voor een fors deel te verklaren door hogere bedrijfswaarderingen: 12 procentpunt voor de eurozone en 18 procentpunt voor Nederlandse banken. Daarmee wordt de bijdrage van een bank in de financiering van een bedrijf ten opzichte van de waarde van een bedrijf kleiner, waardoor er naar verhouding minder emissies worden gefinancierd.

Daadwerkelijke emissiereducties van Europese bedrijven verklaren voor een groot deel het restant van de totale daling voor de eurozonebanken (16 procentpunten). Maar voor Nederlandse banken komt de daling slechts in beperkte mate door emissiereducties bij bedrijven (5 procentpunten) en vooral door verschuivingen in de leningenportefeuilles van banken naar bedrijven die minder CO2 uitstoten (24 procentpunten ten opzichte van 3 procentpunten voor eurozonebanken).

Hoewel er Europees een dalende trend is in de emissies stijgt de wereldwijde CO2-uitstoot, vooral door economische groei in bijvoorbeeld China en India. De uitstoot van bedrijven buiten Europa is in deze resultaten niet meegenomen.

Share Button