Vakbondscentrale CNV gaat duurzaam beleggen verder onderzoeken

Bron
CNV

De CNV heeft vorig jaar september een beleggingscode uitgebracht. Op 8 juni jl. is daarover een studiedag geweest waar zo’n veertig CNV’ers aanwezig waren die namens de werknemers bestuurder zijn van pensioenfondsen.

Hierbij het verslag.
Zo’n veertig CNV’ers die namens de werknemers bestuurder zijn van pensioenfondsen waren naar het gebouw van de Hout en Bouwbond CNV in Odijk gekomen. Velen van hen hebben evenals Geels het laatste half jaar de CNV-beleggingscode, die in september 1999 is gepresenteerd, ter sprake gebracht in de besturen van pensioenfondsen. De reacties op de CNV-code waren verschillend; van ronduit terughoudend, zoals in het geval van Geels, tot enthousiast. Een aantal fondsen heeft besloten om ín de ‘geest van de code’ nader onderzoek naar de beleggingen te doen. Dat gebeurt in de bedrijfspensioenfondsen van de de horeca, de melk, de kruideniers en de de groothandel levensmiddelen. Dat wil niet zeggen dat die fondsen al beleggen volgens de CNV-code, maar wel dat de vermogensbeheerder is gevraagd om een inventarisatie te maken van de bedrijven waarin belegd wordt en die vervolgens te beoordelen. Piet Swart, bestuurder van de CNV BedrijvenBond, erkent dat implementatie van de code zeker niet gemakkelijk is. "Ik kom welwillendheid tegen, maar de grote vraag van de bestuurders van de pensioenfondsen is of ze wel voldoende instrumenten hebben om de code handen en voeten te geven. Bestuurders van pensioenfondsen willen wel meewerken, als ze eerst van ons de garantie hebben dat verantwoord beleggen niet conflicteert met de langetermijndoelstelling van het behalen van een optimaal rendement voor de mensen die straks afhankelijk zijn van een pensioen."
Die garantie kan Herman Kleeve, senior investment manager equities van de ING Groep, geven. Hij liet tijdens de conferentie een staatje zien waaruit blijkt dat duurzaam beleggen wel degelijk profijtelijk is. In de VS haalt een heel bekend fonds voor duurzaam belegen al vijf jaar achter elkaar een rendement dat boven de index ligt van de vijfhonderd grootste bedrijven. Driekwart van de fondsen haalt dat gemiddelde niet. Ook Nederlandse banken, zoals de Triodos bank en de Algemene Spaarbank Nederland, halen goede resultaten met duurzaam beleggen. De ING Bank ook. Dat lokte de reactie van een van de CNV-pensioenbestuurders uit of de ING nu duurzaam belegde omdat het een gat in de markt is of omdat het bedrijf vanuit ideeële motieven zo wil werken. Het was zoals altijd niet zwart en niet wit. Een beetje omdat de klanten dat willen en een beetje omdat het bedrijf er zelf ook in gelooft. "Het is voortschrijdend inzicht dat mede door de goede beleggingsresultaten is beïnvloed", aldus Kleeve.

Optimaal beleggen
Het CNV weet als geen ander dat een pensioenfonds geen duurzaam beleggingsfonds is. Het gaat om goede pensioenen. Maar wat heb je aan goede pensioenen in een vervuilde wereld waar arbeidsonrust is en grote tegenstellingen tussen arm en rijk zijn? Niemand wil toch van zijn pensioen genieten achter hoge muren om zich tegen de wereld te beschermen? Iedereen wil een leefbare wereld voor zichzelf en voor toekomstige generaties. De CNV-beleggingscode staat voor een duurzaam rendement dat rekening houdt met de drie P’s van ‘people, profit and planet’. Pensioenfondsen moeten meer gaan voor optimale dan voor maximale rendementen. Maximaal betekent dat het draait om de snelle winst. Dan loopt een fonds een groot ‘World On Line-risico’. Optimaal betekent dat rendement gecombineerd met verantwoorde beleggingen in bedrijven voorop staan. Het gaat dan om bedrijven die rekening houden met mensen- en vakbondsrechten en het milieu. Maar dat is, zo bleek heel duidelijk op de conferentie, makkelijker gezegd dan gedaan. Het CNV heeft daarom SOMO, de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen, opdracht gegeven om te onderzoeken hoe de code controleerbaar gemaakt zou kunnen worden en hoe ze in de praktijk toegepast kan worden. Een vertegenwoordiger van SOMO gaf aan dat het moeilijk is om bedrijven voor beleggingen uit te sluiten op grond van negatieve criteria als het schenden van mensenrechten, het toepassen van kinderarbeid en het verbieden van vakbonden. Meestal is dat niet te controleren omdat bedrijven bijvoorbeeld gebruikmaken van veel toeleveranciers die niet te controleren zijn. Soms werkt dat wel zoals bij de boycot van Nike, toen bleek dat dit bedrijf op grote schaal gebruikmaakte van kinderarbeid in Zuid-Oost Azië. De ING Groep investeert niet in bedrijven die zich bezighouden met de productie van wapens, kernenergie, tabak, porno, bont en gokken. SOMO en de ING Groep vinden het beter te kijken naar positieve criteria zoals arbeidsomstandigheden, investeringen in het milieu of in de toekomst van ontwikkelingslanden en in de verbetering van milieuvriendelijke productiemethodieken. Een goede onderneming heeft zowel intern als extern de zaken goed op orde. Kleeve van de ING Groep erkende dat het heel veel onderzoek en dus geld kost om al die bedrijven te toetsen en te beoordelen. Daarbij maakt de ING Groep gebruik van onafhankelijke researchbureaus. Daaruit is gebleken dat in de volgende bedrijven onder meer geïnvesteerd kan worden: Compaq, Randstad, Van Melle, Ben & Jerry’s en – sinds de Brent Spar en Nigeria toch wel verrassend – Shell. "Die hebben heel wat geleerd," merkte Kleeve over Shell op.

Het CNV heeft al bij de presentatie van de code in september 1999 gezegd dat het geen rode kaarten uit wil delen en zwarte lijsten aan wil leggen. Allereerst moet de discussie in de pensioenfondsbesturen nu verder aangezwengeld worden. Het onderzoeksbureau SOMO adviseert het CNV om gebruik te maken van bestaande codes. Ten tweede zou het CNV pensioenfondsen kunnen adviseren om een bepaald deel van het geld te beleggen in bedrijven die bijvoorbeeld heel goed scoren op het gebied van milieubeheer, arbeidsverhoudingen of sociaal beleid in de ontwikkelingslanden. Er zou bijvoorbeeld een register aangelegd kunnen worden waarin deze bedrijven worden opgenomen. Tot slot zou een pensioenfonds bedrijven waarin het een aanzienlijk deel in belegt, apart kunnen gaan screenen op het gebied van mensenrechten, arbeidswetten en milieubeheer.
Er is nog veel werk aan de winkel. Het is belangrijk dat CNV’ers assertiever optreden in de pensioenbesturen. "We moeten ons meer als bestuurders, dan als toezichthouder op gaan stellen", zei Piet Swart. Dat betekent meer richtinggeven in plaats van alleen maar naar het directe rendement kijken. En natuurlijk de hand in eigen boezem steken. De CNV BedrijvenBond laat de beleggingen van zijn pensioenfonds op dit moment controleren op de criteria van de CNV-code.
Toon Geels vroeg aan het eind van de bijeenkomst om meer ondersteuning vanuit de bond en de vakcentrale: "Jullie moeten ons helpen met argumenten, want ze kletsen je voor je het weet van tafel." Die ondersteuning, die komt er. Het gaat uiteindelijk om het geld van heel veel werknemers.

Share Button