Wat zijn de klimaatbeloftes van olie- en gasmaatschappijen waard?

Dit jaar is er een golf aan belangrijke mededelingen over het klimaat van Europese olie- en gasmaatschappijen over beleggers heen gestort. Daar zat een groot scala aan beloftes tussen over net-zero koolstofemissie. Ze lopen uiteen van “ernaar streven op zijn laatst in 2050 een CO2-neutraal energiebedrijf te zijn” tot “het zekerstellen van een concurrerend en veerkrachtig businessmodel in de energietransitie, dat zorgt voor waardecreatie op de lange termijn en overeenstemt met het Klimaatakkoord van Parijs”. Een en al goede voornemens en mooie woorden, en dat alles gegoten in prachtig vormgegeven marketingmateriaal.

Maar volgens een nieuwe studie van het Transition Pathway Initiative (TPI) heeft geen enkele olie- of gasmaatschappij een emissieroute uitgestippeld die leidt tot beperking van de opwarming van de aarde met maximaal 2 °C of lager. Dat roept onder beleggers twee belangrijke vragen op: wat is nu eigenlijk het echte verhaal en wat moeten we doen om dit wel goed voor het voetlicht te krijgen?

TPI-analyses gebruikt door veel institutionele beleggers

TPI is een wereldwijd initiatief van ruim 80 grote institutionele beleggers die gezamenlijk een beheerd vermogen van meer dan USD 22 biljoen vertegenwoordigen. TPI monitort de vorderingen die bedrijven maken in de transitie naar een koolstofarme economie. Alle TPI-gegevens worden gepubliceerd via een online tool die vrij toegankelijk is.

TPI hanteert drie benchmarkscenario’s:

  1. De beloftes van Parijs, de door landen toegezegde emissiereductie als onderdeel van het Akkoord van Parijs (de NDC’s)
  2. Twee graden, de algemene doelstelling van het Akkoord van Parijs; dit is de ondergrens van het ambitieniveau
  3. Minder dan twee graden, een meer ambitieuze interpretatie van het Akkoord van Parijs; dit komt overeen met net-zero koolstofemissie

TPI heeft de CO2-prestaties beoordeeld van alle aan de beurs genoteerde olie- en gasmaatschappijen wereldwijd. Zoals blijkt uit de grafiek zijn er slechts vijf ondernemingen die emissiedoelstellingen hebben geformuleerd die overeenstemmen met de beloftes die de landen hebben gedaan (de NDC’s). Dat zijn Eni, Equinor, Repsol, Shell en Total, alle vijf Europees.

Source: TPI, October 2020

Ondanks deze ‘beloftes van Parijs’ ligt de wereld volgens het United Nations Environmental Program (UNEP) helaas nog steeds op koers voor een opwarming van 3,2 °C. Dus als we de emissieroutes van de ondernemingen vergelijken met de meer ambitieuze benchmark van beperking van de opwarming van de aarde met maximaal 2 °C of lager, dan blijkt geen enkele onderneming daaraan te voldoen.

Volgende stap voor beleggers

Het is bemoedigend te zien dat in het afgelopen jaar het momentum is gegroeid, deels dankzij engagement door beleggers. Maar met slechts vijf olie- en gasmaatschappijen die toewerken naar het absolute minimum van de beloftes van Parijs, is er nog een lange weg te gaan.

Nog opvallender is dat er wel beweging en verbetering te zien is onder Europese bedrijven, maar dat daarvan niets blijkt bij hun Amerikaanse tegenhangers. Amerikaanse olie- en gasreuzen moeten nog beginnen met het nemen van drastische maatregelen nemen om de uitstoot te verlagen. De studie van TPI bewijst dat het gat met Europese ondernemingen met de dag groter wordt.

Om meer duurzaam gedrag te stimuleren binnen de bedrijven waarin we beleggen, moeten we daarom onze engagementactiviteiten blijven opvoeren. Dat is op de lange termijn niet alleen in het belang van de bedrijven zelf, maar ook van onze klanten en de maatschappij in zijn totaliteit.

Sylvia Van Waveren, Director, Active Ownership Robeco

Dit artikel is eerder verschenen op de website van Robeco

Share Button