Wij zijn de natuur!

Voedsel, drinkwater en schone lucht. We staan eigenlijk nauwelijks stil bij het dagelijks gebruik ervan, maar die vanzelfsprekendheid staat op het spel. Dat blijkt uit een baanbrekend rapport, The Economics of Biodiversity, dat begin februari verscheen. Het wegcijferen van de natuur brengt onze welvaart onherstelbaar in gevaar en dwingt ons om nu na te denken over een belangrijke kwestie: wat is de economische waarde van de natuur?

Die vraag verdient met voorrang een antwoord. Uitstel, zoals het vraagstuk van klimaatverandering 20 jaar geleden overkwam, is geen optie. De Zweedse hoogleraar Johan Rockström, grondlegger van het concept planetaire grenzen, refereerde daar in NRC Handelsblad nog eens fijntjes aan: “Dit hoort op de agenda van premiers en ministers van Financiën. Milieuministers hebben veel te weinig invloed.”

Snoeihard

Het was dus revolutionair dat het Britse ministerie van Financiën aan de Cambridge-econoom Praha Dasgupta de opdracht gaf om de economische risico’s van afnemende biodiversiteit in kaart te brengen. Het rapport werd begin februari gepresenteerd in het bijzijn van duurzaamheidsvoorvechter Prins Charles, premier Boris Johnson en documentairemaker en inmiddels milieuactivist David Attenborough.

De conclusies van de Dasgupta Review zijn snoeihard. De economie is volledig losgekomen van de natuur. Daardoor is het economische en financiële systeem niet in staat om de risico’s van afnemende biodiversiteit en afbraak van de natuur goed in te prijzen. Onder druk van economische groei vindt een nietsontziende vernietiging van ons ecosysteem plaats.

Dasgupta waarschuwt voor gemakzucht. We zijn geneigd om biodiversiteit af te lezen aan de visstand in de zeeën of het aantal hectares regenwoud. Maar biodiversiteit is onderdeel van een complex, veelal onzichtbaar en precair ecosysteem waar de mens en haar economische activiteit onderdeel van zijn. De stand van de biodiversiteit is niet vast te stellen door simpelweg soorten te tellen.

Wij zijn de natuur

Het is Dasgupta gelukt om juist in de taal die economen, ondernemers en beleggers verstaan, te pleiten voor herstel van onze relatie met de natuur. Wij zijn de natuur, lijkt Dasgupta op iedere pagina van zijn vuistdikke rapport te willen benadrukken. Enkel arbeid en financieel kapitaal hanteren als graadmeter voor productiviteit en economische groei is onvoldoende. Het inprijzen van natuurlijk kapitaal is essentieel voor duurzame ontwikkeling. Maar de grote vraag is hoe bedrijven en aandeelhouders hiermee om moeten gaan.

Voordat het rapport van Dasgupta werd gepubliceerd stond biodiversiteit hoog op de agenda van PME. Hoe kunnen we, naast het uitvoeren van een standaard risicoanalyse, bijdragen aan het herstel van biodiversiteit? Allereerst moeten aandeelhouders dit onderwerp prioriteit geven in hun gesprekken met het bestuur van ondernemingen. Wij gaan dit in ieder geval doen.

Daan Spaargaren, Strateeg Verantwoord Beleggen bij PME Pensioenfonds

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van PME Pensioenfonds

Share Button