Kinderarbeid speelt onderbelichte en indirecte rol bij grote Nederlandse investeerders

Partner

Wereldwijd zijn er naar schatting zo’n 160 miljoen kinderen aan het werk. Grote Nederlandse investeerders hebben hier nog weinig aandacht voor. Zo noemt ruim twee derde van de institutionele beleggers kinderarbeid in hun verantwoord  beleggingsbeleid, maar slechts 7% heeft er een apart beleid voor ontwikkeld. Dit blijkt uit een gezamenlijke studie van de VBDO en de Alliance Work: No Child’s Business, onder de grootste Nederlandse banken, pensioenfondsen en verzekeraars. Het onderzoek werd onder meer uitgevoerd in het kader van 2021 als internationaal jaar ter bestrijding van kinderarbeid.

‘Kinderarbeid is voor het eerst in twintig jaar weer gestegen. Meer dan 160 miljoen kinderen gaan daardoor niet of maar gedeeltelijk naar school. Dit is schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen. Institutionele beleggers kunnen bijdragen aan het tegengaan van kinderarbeid, juist door dit collectief op te pakken als onderdeel van hun beleggingsbeleid. Samen kunnen we de vicieuze cirkel helpen verbreken.’ Zegt Josje Beukema, Lobby & Advocacy officer Children’s Rights & Business bij Save the Children Netherlands.

Uitsluiting kinderarbeid praktisch onmogelijk zonder proactief handelen

De meerderheid van de 64 ondervraagde institutionele investeerders (81%) geven aan dat kinderarbeid uitgesloten wordt nadat bijvoorbeeld blijkt dat een bedrijf UN Global Compact principes heeft geschonden.

Sara Heinsbroek, projectmanager van het onderzoek bij de VBDO: ‘Veel institutionele investeerders hebben echter een complexe toeleveringsketen en uitgebreid beleggingsuniversum. Hierdoor is de kans dat een investeerder toch (al dan niet indirect)

blootgesteld is aan kinderarbeid met name in risicosectoren sterk aanwezig. Daarom is het zeer belangrijk dat niet alleen de due diligence processen gevolgd worden, maar dat er ook proactief actie ondernomen wordt op dit onderwerp. Dit kan bijvoorbeeld door kinderarbeid specifiek te benoemen in engagement met bedrijven.’

Indirecte aanpak van kinderarbeid heeft voorkeur van investeerders

De meeste institutionele investeerders besteden indirect aandacht aan kinderarbeid in hun verantwoord beleggingsbeleid onder de noemer arbeidsrechten of mensenrechten. Een indirecte aanpak komt ook in de verantwoord beleggingsinstrumenten, blijkt uit het rapport. Zo geven beleggers er bijvoorbeeld de voorkeur aan om indirect engagement te voeren op kinderarbeid door middel van engagement over leefbaar loon (49%).

Sleutelrol voor samenwerkingen

Een andere belangrijke conclusie uit het rapport is dat er weinig samenwerkingsverbanden zin die zich direct bezighouden met kinderarbeid, zoals collectieve engagementtrajecten. Dit terwijl meer dan driekwart van de deelnemers aan deze studie aangeven dat engagement als het meest belangrijke instrument voor het aanpakken van kinderarbeid wordt beschouwd.

Heinsbroek: ‘De kans is groot dat u als institutionele belegger momenteel investeert in kinderarbeid via de toeleveringsketens van een groot bedrijf. Wachten op een controverse alvorens uitsluiting te overwegen is onvoldoende, inefficiënt en profiteert niet ten volle van de mogelijkheden die actief eigenaarschap biedt aan investeerders. Ons advies: maak van kinderarbeid een separaat onderwerp van belang, zoek verbinding met maatschappelijke organisaties in risicogebieden voor meer transparantie in de keten en initieer gezamenlijke engagementtrajecten in sleutelsectoren.’

Share Button