Duurzaamheid bij financiële ondernemingen: investeringsbeleid, transparantie en risicomanagement

Duurzaamheid en klimaatverandering. Scholieren gaan er wereldwijd de straat voor op. Academici en politici roepen dat het tijd is voor actie. Ook de financiële sector zal een steentje moeten bijdragen. Sterker nog, de Europese Commissie heeft het over een ‘sleutelrol’ voor de financiële sector. Maar hoe? In dit artikel leggen we uit welke regelgeving rond duurzaamheid relevant is voor financiële ondernemingen en hoe uw onderneming invulling kan geven aan deze regels en normen. Wat mag er en wat moet er? We bespreken drie hoofdonderwerpen: investeringsbeleid, transparantie en risicomanagement. Ten slotte kijken we naar de toekomst: welke regels komen er nog aan en hoe kunt u zich op deze regels voorbereiden?

Een duurzamere economie zal zijn vruchten afwerpen, maar de overgang ernaartoe kost juist geld. Veel geld. De schattingen liegen er niet om. Om tegen 2030 de EU klimaat- en energiedoelstellingen te halen, moeten we ieder jaar maar liefst 180 miljard euro extra investeren in duurzaamheid. Zo’n bedrag kan de publieke sector niet in zijn eentje opbrengen. Vandaar ook de ‘sleutelrol’ voor de financiële sector waar de Europese Commissie over spreekt. En de Commissie staat niet alleen. Ook de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandse Bank zien duurzaamheid als prioriteit voor de komende jaren. De vraag is dan ook niet óf een financiële instelling rekening moet houden met mens en maatschappij, maar hoe.

Mens en maatschappij? Ging het niet net nog over duurzaamheid?

Laten we inderdaad eerst beginnen met wat ‘duurzaamheid’ nu precies is. U denkt waarschijnlijk al snel aan klimaatverandering. Of aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Duurzaamheid is echter een breed begrip. Alle aspecten van duurzaamheid worden gezamenlijk vaak aangeduid met de term ‘ESG-factoren’. ESG staat voor Environmental, Social en Governance. Environmental-factoren hebben te maken met het milieu. Denk aan klimaatverandering, luchtvervuiling en ontbossing. Social-factoren zijn bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden, slavernij en humanitaire crises. Governance-factoren zijn zaken als corruptie en het beloningsbeleid.

ESG-factoren bieden waardevolle handvatten wanneer u als financiële onderneming bezig gaat met duurzaamheid. Ze zorgen voor regels, normen en denkrichtingen op gebied van 1: uw investeringsbeleid, 2: transparantie, en 3: uw risicomanagement.

Ten eerste uw investeringsbeleid. Welke rol speelt ESG bij waar u wel en niet in investeert? Wie de wet heel letterlijk neemt, ziet hier maar één regel: een financiële onderneming mag niet investeren in clustermunitie. Toch is dat niet alles. Er zijn wel degelijk wettelijke normen waaruit u kunt afleiden dat het verstandig is om ESG-factoren mee te wegen in uw beleggingsbeleid.

Zo weet u waarschijnlijk wel dat financiële ondernemingen wettelijk verplicht zijn om een integere bedrijfsvoering te waarborgen. De Nederlandse Bank vertaalde ‘integere bedrijfsvoering’ in de context van banken naar dat financiële ondernemingen ‘maatschappelijk betamelijk’ moeten handelen. De Nederlandse Bank legt zelf uit wat zij met dat ‘maatschappelijk betamelijk handelen’ bedoelen:

Maatschappelijk betamelijk handelen gaat over die handelingen van instellingen of haar medewerkers die niet specifiek in relevante wet- en regelgeving als ge- of verbod zijn opgenomen, maar waarvan redelijkerwijs wel verwacht kan worden dat deze in het maatschappelijk verkeer tot ophef leiden of kunnen leiden. Voorbeelden hiervan zijn belastingontwijkende constructies (of medewerking hieraan), dienstverlening aan sterk milieuvervuilende industrieën maar ook het relevante beloningsbeleid.”

Met andere woorden: ook al staat het niet altijd letterlijk in de wet, van sommige activiteiten behoort u simpelweg te weten dat zij als maatschappelijk onbetamelijk gelden. Investeert u in bedrijven die lak hebben aan duurzaamheid? Dan kan dat wel eens maatschappelijk onbetamelijk zijn. En dus schendt u mogelijk de regel die van u een integere bedrijfsvoering vraagt. Ook de wettelijke regels rond risicomanagement kunnen ertoe leiden dat u ESG-factoren moet meenemen in uw beleggingsbeleid. Hier komen we straks nog op terug bij het onderwerp ‘risicomanagement’.

Eerst weer terug naar uw investeringsbeleid. Naast de wet zijn er mogelijk nog andere normen en regels waar u zich aan moet houden. Uw onderneming heeft zich bijvoorbeeld bij een initiatief of convenant aangesloten dat u verplicht met duurzaamheidsfactoren rekening te houden. Denk aan het IMVO convenant voor de bancaire sector, het IMVB convenant voor pensioenfondsen, of de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties.

Uw onderneming kan tot slot ook partij zijn bij het commitment van de financiële sector aan het bereiken van de doelen van het Klimaatakkoord. Ook dan zal uw onderneming in het beleggingsbeleid rekening moeten houden met de klimaatimpact van potentiële beleggingen.

De kans is dus groot dat u tot de conclusie komt dat u inderdaad rekening moet of wilt houden met ESG-factoren in uw investeringsbeleid. Hoe pakt u dat vervolgens aan?

Om te beginnen kunt u ESG-factoren meenemen bij het selecteren van de bedrijven waarin u investeert. U kunt bepaalde bedrijven actief uitsluiten, een best-in-classbeleid voeren of kiezen voor impact-beleggen.

Veel investeerders voeren in ieder geval een uitsluitingsbeleid. Onder het motto ‘do no harm’ kiezen ze ervoor nooit te investeren bepaalde ondernemingen, sectoren of landen. Denk aan de tabaksindustrie of de productie van controversiële wapens.

Wilt u meer doen, dan kunt u ook kiezen voor een best-in-class beleid. U investeert dan steeds in de meest duurzame bedrijven binnen een bepaalde sector of een bepaald land. Nog een stapje verder op het gebied van duurzaamheid gaat het zogenaamde impact-beleggen. U kiest dan bewust voor specifieke beleggingen die positief bijdragen aan ESG-doelstellingen. Een mooi voorbeeld is het financieren van de bouw van een windmolenpark.

Op deze manier heeft u Environmental, Social en Governance factoren een plek gegeven in uw investeringsbeleid. Maar ook ná de selectie van uw investeringen hebt u invloed op de ESG-impact van uw beleggingen. Deze impact heeft u door actief aandeelhouderschap; shareholder engagement. Gebruik uw stemrecht door ESG-vriendelijk te stemmen tijdens een aandeelhoudersvergadering. Of ga met bedrijven in gesprek over voor u belangrijke ESG-issues.

Transparantie

Goed, u heeft bedacht hoe u duurzaamheid gaat verwerken in uw beleggingsbeleid. Dan is het nu tijd om dit aan de buitenwereld te vertellen. Dat brengt ons bij onderwerp twee: transparantie.

De Europese Commissie ziet transparantie als cruciaal in de overgang naar een groenere economie. Immers, als er geen informatie beschikbaar is over de duurzaamheid van een onderneming of een product, kan de welwillende klant niet zo veel. Hoe kies je dan een ESG-vriendelijke onderneming uit om in te investeren? En hoe roep je een slecht presterende onderneming ter verantwoording?

Voor sommige groepen financiële ondernemingen gelden al wettelijke eisen rond transparantie op het gebied van Environmental, Social en Governance factoren. Dit zijn grote beursgenoteerde ondernemingen, organisaties die zijn aangewezen als ‘organisatie van openbaar belang’, pensioenfondsen, en ondernemingen die zich vrijwillig hebben aangesloten bij initiatieven of convenanten.

Eerst de grote beursgenoteerde ondernemingen en organisaties die zijn aangewezen als ‘organisatie van openbaar belang’. Deze moeten zich allebei houden aan de Richtlijn over publicatie van niet-financiële informatie. Ze moeten ieder jaar een niet-financiële verklaring openbaar maken met een toelichting op hun beleid qua sociale, milieu- en personeelsaangelegenheden, mensenrechten en het tegengaan van corruptie.

Dan de pensioenfondsen. In de Pensioenwet staat dat pensioenfondsen in hun jaarverslag moeten vermelden hoe in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.

Ook uit initiatieven of convenanten waar u zich vrijwillig bij heeft aangesloten, kunnen verplichtingen qua transparantie voortvloeien. Heeft u bijvoorbeeld uw handtekening gezet onder het commitment van de financiële sector aan de klimaatdoelen? Dan zult u vanaf 2020 moeten rapporteren over de klimaatimpact van uw activiteiten.

Er zullen nog meer transparantieverplichtingen volgen. Er zitten namelijk nog een aantal voorstellen in de pijplijn. Die voorstellen moeten de transparantie op het gebied van ESG nog verder vergroten. Op deze voorstellen komen we later nog terug, wanneer we deze podcast afsluiten met informatie over nieuwe regels in de toekomst.

Risicomanagement

Onderwerp drie op het gebied van Environmental, Social en Governance factoren: risicomanagement. Wist u dat de economische verliezen ten gevolge van extreme weersomstandigheden tussen 2007 en 2016 wereldwijd met maar liefst 86% zijn toegenomen? En dat bijna 50% van de risico’s die banken in de eurozone lopen direct of indirect te herleiden is tot klimaatverandering?

Het veranderende klimaat heeft invloed op de risico’s die een financiële onderneming loopt. Krijgen we bijvoorbeeld meer natuurrampen, dan leidt dat tot hoge uitkeringskosten bij schadeverzekeraars. En financiert u de bouw van een energieslurpend kantoorgebouw, dan loopt u het risico dat uw investering praktisch waardeloos wordt. Kantoren met een energielabel lager dan C mogen vanaf 2023 immers niet meer gebruikt worden.

Kijk bij uw risicomanagement trouwens zeker verder dan de Environmental risico’s. De Social en Governance risico’s zijn ook belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan een investering in een bedrijf dat gebruikmaakt van kinderarbeid. Deze investering kan zorgen voor flinke reputatieschade.

Maak als financiële onderneming daarom een goede inschatting van de ESG-risico’s en neem maatregelen om deze risico’s te beheersen. Voor pensioenfondsen is dit zelfs verplicht. Sinds de invoering van de IORP II-richtlijn staat letterlijk in de wet dat pensioenfondsen ESG-risico’s in hun risicoanalyse moeten meenemen.

Toekomst

Tot zover de huidige stand van zaken van Environmental, Social en Governance factoren bij het investeringsbeleid, de transparantie en het risicomanagement van financiële ondernemingen. Dan de toekomst. Waar moet u zich op voorbereiden? Belangrijk feit is dat de Europese Commissie een Actieplan voor de Financiering van Duurzame Groei heeft gelanceerd. Het doel van dit Actieplan? De financiële sector op zo’n manier hervormen dat de sector gaat bijdragen aan duurzame economische groei.

Uit het Actieplan voor de Financiering van Duurzame Groei zijn meerdere wetsvoorstellen voortgekomen. Vier van deze wetsvoorstellen lichten we hieronder verder toe.

Het eerste voorstel roept een Europese taxonomie in het leven. Momenteel is het nog niet duidelijk wanneer je iets ‘groen’, ‘duurzaam’ of ‘koolstofarm’ mag noemen. Zolang iedereen met zulke termen mag strooien, is het moeilijk te achterhalen welke investeringen nu echt een positieve ESG-impact hebben. Bedrijven kunnen zichzelf op de borst kloppen en zichzelf aan de buitenwereld verkopen als een duurzaam bedrijf, terwijl ze dat eigenlijk niet zijn. Dit wordt ook wel greenwashing genoemd.

De taxonomie kan zulke greenwashing tegengaan. Per sector wordt vastgesteld wanneer je mag zeggen dat een economische activiteit goed is voor het milieu of het klimaat. De Environmental factoren dus. In een later stadium zal de taxonomie ook normen opstellen die bepalen wanneer een activiteit goed scoort op het gebied van Social of Governance factoren.

Voorstel twee gaat over extra ESG-openbaarmakingsverplichtingen voor financiëlemarktdeelnemers, zoals vermogensbeheerders en institutionele beleggers. Deze financiëlemarktdeelnemers moeten voortaan transparanter zijn over hoe zij ESG-factoren meenemen in hun risicobeheer, in hun investeringsprocessen en in hun adviesprocessen. Zo moeten deze partijen bepaalde ESG-informatie op hun website gaan plaatsen. Ook moeten ze klanten precontractueel gaan informeren over de integratie van ESG-factoren.

Ten derde is de Europese Commissie van plan om zowel de gedelegeerde verordeningen bij MiFID II als de Richtlijn Verzekeringsdistributie te veranderen. Deze wijzigingen zullen ertoe leiden dat beleggingsondernemingen en verzekeringsdistributeurs voortaan expliciet navraag moeten doen naar de ESG-voorkeuren van hun klant. Vervolgens moeten zij deze ESG-voorkeuren meenemen bij het selecteren van producten voor de klant. Bovendien moeten ze de klant informeren over hoe zij hun ESG-voorkeuren hebben meegewogen.

De vierde en laatste toekomstige maatregel die we hier willen aanstippen gaat over de prudentiële regelgeving. De Europese Commissie overweegt namelijk om duurzaamheid in de prudentiële regelgeving op te nemen. Duurzaamheidsfactoren kunnen immers invloed hebben op het risico dat een onderneming loopt, zoals we ook al eerder in deze podcast vertelden. Op dit punt heeft de Commissie echter nog geen concrete stappen gezet. Het doel van kapitaalvereisten is dat de financiële stabiliteit van ondernemingen gewaarborgd blijft. Een lagere risicoweging voor groene beleggingen is uit risico-oogpunt dus alleen maar gerechtvaardigd als groene beleggingen per definitie minder risicovol zijn. En is dat wel altijd zo? Het lastige is dat het nog helemaal niet zeker is of duurzame investeringen echt altijd gepaard gaan met een lager financieel risico.

Nina Peters, consultant consultancybureau Charco & Dique

Share Button