Mag het een beetje minder?

We zitten sinds kort in het tijdperk van de politieke onderneming. Dat betoogt Vino Timmerman, voormalig advocaat-generaal van de Hoge Raad, in zijn onlangs gepubliceerde oratie ‘Uitdagingen voor het ondernemingsrecht’. De exclusieve focus op aandeelhouderswaarde heeft afgedaan, schrijft Timmerman. Door deze focus kwamen ondernemingen ‘losser te staan van de gemeenschap waaruit zij voortkomen’. In het nieuwe tijdperk worden ondernemingen steeds meer belast met politieke taken, voortkomend uit onvrede over hoe ondernemingen omgaan met maatschappelijke issues. Maar wat gaat dit betekenen voor institutionele beleggers? Moeten zij rekening gaan houden met minder beleggingsrendement?

In een interview in het Financieele Dagblad lichtte Timmerman onlangs de betekenis van de politieke onderneming toe. De politiek verwacht van ondernemingen dat zij steeds meer bijdragen aan de oplossingen voor maatschappelijke problemen, zoals klimaatverandering. Ook de tweedeling in de maatschappij en economische ongelijkheid die werden aangewakkerd door de kredietcrisis, en nu mogelijk worden versterkt door de coronacrisis, vragen aandacht van ondernemingen. Ten slotte stelt Timmerman dat ondernemingen minder nadruk moeten leggen op het winstbelang van aandeelhouders.

Volgens mij raakt Vino Timmerman hier een gevoelige snaar. Veel aandeelhouders hameren (in woord althans) op het belang van meervoudige waardecreatie door ondernemingen, maar weinig aandeelhouders zeggen openlijk genoegen te nemen met minder rendement ten gunste van een lagere CO2-uitstoot, extra kosten voor schone energie, of een hoger loon voor de maaltijdbezorger. Als zelfbenoemde duurzame koplopers zijn zeker Nederlandse institutionele beleggers hier nog behoorlijk terughoudend in.

Want een focus door ondernemingen op bredere maatschappelijke belangen en niet enkel op het belang van aandeelhouders vormt de kern van ons Rijnlandse stakeholdermodel. In die zin is de boodschap van Timmerman niet nieuw. Maar Timmerman stelt de discussie wel op scherp door dit tijdperk de ‘politieke onderneming’ te dopen. Daarmee legt hij impliciet een grote verantwoordelijkheid bij ondernemingen om bij te dragen aan bijvoorbeeld het Klimaatakkoord van Parijs en de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.

Als aandeelhouder die al langer aanstuurt op een duurzaam bedrijfsmodel bij ondernemingen is dit een ontwikkeling die PME steunt. We benadrukken dat een goed pensioen vooral van waarde is in een wereld die leefbaar en rechtvaardig is. We staan voor een duurzaam pensioen en zijn ons dus bewust van de maatschappelijke gevolgen van klimaatverandering en ongelijkheid. Deze onderwerpen geven we aandacht in de dialogen met ondernemingen en bij het uitoefenen van het stemrecht. Toch vind ik dat het schuurt, want de schaal waarop dit gebeurt is nog te beperkt, en richt zich nog te vaak op de ‘usual suspects’. Een systeemcrisis wordt niet in de marge opgelost.

Een andere grote uitdaging is het gebrek aan goede informatie van ondernemingen over hun maatschappelijke rol. Op dit moment kunnen aandeelhouders onvoldoende toetsen of bestuurders van ondernemingen hun bedrijf op een maatschappelijk verantwoorde en duurzame wijze leiden. Gelukkig worden belangrijke stappen gezet om dit te verbeteren, zoals het opstellen van groene boekhoudregels door IFRS, de internationale opsteller van boekhoudregels.

Vino Timmerman is voorstander van meer schuring tussen politiek en ondernemingen in de zoektocht naar een nieuwe positie van ondernemingen in de samenleving. Een toekomstbestendige positie, wat mij betreft. Ook meer schuring tussen aandeelhouders en ondernemingen kan hieraan bijdragen. Want zonder wrijving geen glans.

Daan Spaargaren, Strateeg Verantwoord Beleggen bij PME Pensioenfonds

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van PME. Wil je op de hoogte blijven van de laatste PME blogs? Meld je dan aan met je e-mailadres.

Share Button