Klimaatambities richting Parijs

“Het begint met ambitie.” Ooit de slogan van een grote bank en ook nu hoor je het nog zeer regelmatig. Maar weerspiegelt het ook de werkelijkheid? In hoeverre is de waterval aan klimaatambities die dit voorjaar zijn uitgesproken door oliemaatschappijen daadwerkelijk gericht op tegengaan van klimaatverandering? En in hoeverre zijn de claims dat deze bedrijven hiermee opereren in lijn met het klimaatakkoord van Parijs gerechtvaardigd, zowel vanuit maatschappelijk als financieel perspectief?

In het debat over klimaatverandering gaat het de afgelopen jaren steeds vaker over koolstofbudgetten. Deze term staat voor de maximale hoeveelheid CO2-emissies die mag worden uitgestoten binnen de scenario’s om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 tot 2 graden Celsius. Hoewel er veel verschillende scenario’s zijn, vereisen ze over het algemeen dat de wereldwijde CO2-uitstoot rond 2050 ‘netto nul’ wordt. Deze doelstelling vertelt echter niet het hele verhaal; het emissietraject om daar te komen is ook van belang.

Bedrijven worden door investeerders, bijvoorbeeld vanuit het Climate Action 100+ initiatief, aangemoedigd om doelen te stellen met betrekking tot hun uitstoot. Steeds meer bedrijven geven gehoor aan deze oproep. Zo kwamen 87 multinationals tijdens de UN Climate Action Summit in 2019 overeen dat hun activiteiten niet zullen bijdragen aan een opwarming van de aarde met meer dan 1,5 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Hoewel dergelijke klimaatambities niet nieuw zijn, was het voor het eerste dat er op zo’n grote schaal niet alleen gerefereerd werd aan scope 1 en 2 emissies (zie kader), maar ook alle overige indirecte emissies die het gevolg zijn van bedrijfsactiviteiten (scope 3).

Lees het volledige artikel: nederlands of engelstalig

Ruud Hadders, Responsible Investment officer bij ACTIAM

Share Button