Voeding: een gezond beleggingsthema

Digitalisering, individualisering, big data, etc.: allemaal actuele beleggingsthema’s. Maar heeft u ook oog voor het thema “voeding” binnen uw beleggingsportefeuille? Dit draagt bij aan een gezonde en toekomstbestendige beleggingsportefeuille.

De Nederlandsche Bank heeft onlangs het rapport “Op waarde geschat?” uitgebracht, waarin wordt beschreven in welke mate financiële instellingen aan duurzaamheids-thema’s worden blootgesteld. Uit de resultaten blijkt dat er een betrekkelijk hoog risico bestaat ten aanzien van waterschaarste (blootstelling van € 97 miljard), schaarse natuurlijke hulpbronnen (€ 56 miljard) en verlies van biodiversiteit.

De blootstelling aan deze thema’s lijkt op het eerste gezicht met name het resultaat te zijn van de investeringen in de olie- of mijnbouwindustrie. Deze sectoren worden vaak gekoppeld aan financiële en ecologische risico’s, maar als we goed kijken, blijkt dat ons voedingspatroon een grote bijdrage levert aan de beschreven problemen. Omdat het al te gemakkelijk is om alle verantwoordelijkheid hiervoor bij de consument neer te leggen, moet ook de voedingsmiddelenindustrie zelf hier een rol gaan spelen (inclusief de partners in de toeleveringsketen). De voedingsindustrie staat dan ook mogelijk aan het begin van een transitie. Daarbij ontstaan voor bestaande èn nieuwe bedrijven zowel risico’s als kansen.

Consumptiepatroon knelpunt duurzaamheid 

Door de huidige voedselproductiepraktijken overschrijden we nu al verschillende planetaire grenzen. Dat is in wezen de essentie van het hiervoor bedoelde rapport van DNB. Om in 2050 een wereldbevolking van 10 miljard mensen te kunnen voeden, moet de voedselproductie ten opzichte van 2010 met 56% stijgen. Eén van de drijvende krachten die een aanzienlijke bijdrage aan de wereldwijde milieuproblemen levert, is de consumptie van vlees. Deze consumptie is op de langere termijn onhoudbaar. De veehouderij draagt op dit moment voor circa 14,5 procent bij aan de wereldwijde jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen. Naar verwachting zal de vraag naar dierlijke producten in 2050 met 70 procent zijn gestegen en zal weidegrond twee derde van de landbouwgrond in beslag nemen.

Creëren van een toekomst voor duurzaam voedsel in 2050

Bron: wri.org/sustfoodfuture

Daardoor zal de biodiversiteit enorm afnemen. Door de uitbreiding van weilanden en de voederproductie van bijvoorbeeld sojabonen zal ontbossing namelijk in een sneller tempo plaatsvinden. Bovenmatige consumptie van rood vlees heeft naast de milieuproblemen ook veel gevolgen voor de volksgezondheid. Het consumeren van rood vlees wordt in verband gebracht met een hoger risico op vroegtijdig overlijden, hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type 2. Door de EAT-Lancet Commission (een wereldwijde non-profit startup die zich toelegt op het transformeren van ons wereldwijde voedselsysteem door degelijke wetenschap, disruptie en nieuwe partnerschappen) is onlangs ingeschat dat hierdoor momenteel circa 11 miljoen volwassenen per jaar vroegtijdig overlijden. Dit aantal zal naar verwachting stijgen wanneer de vleesconsumptie in opkomende markten tegelijk met het stijgende inkomensniveau toeneemt. Hierdoor neemt ook de druk op gezondheidszorgstelsels toe.

Wanneer ons voedingspatroon verschuift naar alternatief eiwitrijk voedsel, zal dit zowel het klimaat als de volksgezondheid ten goede komen. Aan het Akkoord van Parijs kan dan zelfs makkelijker worden voldaan. Ook kan hierdoor een positieve bijdrage worden geleverd aan de verschillende Duurzame Ontwikkelingsdoelen (de zogenaamde Sustainable Development Goals). Hoewel we op dit moment met name in de ontwikkelde markten al enige verandering zien, komt de groei van de wereldbevolking voornamelijk uit de opkomende markten. Daar kunnen veel mensen het zich niet veroorloven om een gevarieerd eetpatroon te kiezen. De verwachting is dan ook dat daar de economische groei naar verwachting juist eerst zal leiden tot een grotere vraag naar vlees.

Milieu-impact van dierlijke eiwitten

(per kg eiwitten)

NIEUWE INVESTERINGSKANSEN

Het is een wereldwijde uitdaging om de toekomstige bevolking te voeden zonder daarbij de planetaire grenzen in gevaar te brengen en zonder de menselijke basisbehoeften geweld aan te doen. We onderkennen drie signalen die aangeven dat deze uitdaging de bedrijfsvoering en de investeringskansen – en daarmee de keuzes van beleggers – begint te beïnvloeden.

Ten eerste neemt in de voedingssector het bewustzijn toe dat verantwoord milieubeheer financieel gezien van belang is. Uit de Materiality Map van de Sustainability Accounting Standards Board (SASB) blijkt dat klimaatproblemen, waterrisico’s en ecologische gevolgen voor de voedingsmiddelensector (met name voor de subsector vlees, gevogelte en zuivel) van essentieel belang zijn. Dit geldt ook voor bedrijven die zich lager in de toeleveringsketen bevinden. Een aantal van de grootste fastfoodbedrijven (bijvoorbeeld McDonalds en Chipotle) of grondstoffen-handelaren (zoals Bunge ltd) werkt op basis van duurzame uitgangspunten. Zij hebben tot doel minder afval te produceren, een einde te maken aan de ontbossing en de uitstoot in hun toeleveringsketen te verminderen. Een ander belangrijk initiatief is de “Cool Food Pledge”, een platform waar kantines en restaurants binnen bedrijven en instellingen worden geholpen om aantrekkelijke en gezonde gerechten te serveren en tegelijkertijd de negatieve gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. De bedrijven die zich al bij dit initiatief hebben aangesloten (bijvoorbeeld Sodexo), serveren samen meer dan 60 miljoen maaltijden per jaar.

Ten tweede wordt door overheden in toenemende mate beleid geïntroduceerd om het consumptiepatroon van mensen zodanig te stimuleren dat een gezondere levensstijl en daarmee een milieuverbetering ontstaat. Een voorbeeld hiervan is de heffing op vet voedsel in Denemarken. Onder zware maatschappelijke druk heeft deze heffing slechts kort bestaan, maar toch is tijdens het korte bestaan ervan een verandering in het koopgedrag met betrekking tot levensmiddelen teweeggebracht. Andere landen (zoals het Verenigd Koninkrijk, Hongarije en Mexico) hebben een suikertaks ingevoerd om een ongezonde levensstijl te ontmoedigen. Dit heeft invloed op de hoeveelheid suiker in en op de verkoop van frisdranken. De maatregel is een succes in het Verenigd Koninkrijk, waar bedrijven nu minder suiker aan frisdrank toevoegen. Dergelijk beleid is voor sommige bedrijven positief, maar voor andere problematisch; zo wordt Associated British Foods (een Brits voedselverwerkend bedrijf) door de suikertaks hard getroffen.

We zien nog meer initiatieven op het gebied van belasting. Volgens het Farm Animal Investment Risk & Return Initiative (FAIRR) is het slechts een kwestie van tijd voordat overheden een vleestaks invoeren. Zweden heeft hiervoor de meest concrete plannen en wil belasting heffen op de CO2-effecten van etenswaren.

Ten derde ziet het bedrijfsleven een toenemende vraag naar schonere en gezondere voedingsproducten en innovatieve vleesvervangers. Het marktaandeel van vegetarische maaltijden en alternatieve eiwitrijke voedingsproducten stijgt snel en laat een opmerkelijke versnelling zien. Bij vleesvervangers is over de afgelopen vier jaar in de Europese markt een groeipercentage van 451% waargenomen. De vraag naar producten met peulvruchten is met 39% gestegen. Dit wordt ondersteund door boeiende innovaties op het gebied van vleesvervangers. Beyond Meat produceert bijvoorbeeld hamburgers en worstjes op basis van plantaardige eiwitten die eruitzien als vlees en net zo smaken en aanvoelen. Het bedrijf heeft afgelopen jaar een verdubbeling van de omzet gerealiseerd. Een ander voorbeeld is de productie van in het laboratorium geproduceerde vleesproducten. Startups zoals het Nederlandse Mosa Meat, het Israëlische SuperMeat of het in de Verenigde Staten gevestigde Memphis Meats en Just verwachten binnen vijf tot tien jaar op prijs te kunnen concurreren met dierlijk vlees. Onder de investeerders bevinden zich traditionele voedingsmiddelenbedrijven zoals Cargill, Tyson Foods, PHW en Bell Food Group, maar ook het farmaceutische bedrijf Merck, durfinvesteerders en enkele miljonairs.

Wat betekent dit voor beleggers?

Beleggers zien steeds meer de financiële risico’s die zijn verbonden aan de huidige eetpatronen en productie-systemen, maar ook de kansen die dit biedt voor innovatie. Vermogensbeheerders kunnen onder meer de financiële risico’s volgen die betrekking hebben op hun beleggingen in de voedingsindustrie. Zo wordt in de Coller FAIRR Protein Producer Index beoordeeld op welke manier de 60 grootste internationale bedrijven voor intensieve veehouderij en visteelt (die samen een marktkapitalisatie van $ 297 miljard hebben) omgaan met de kritieke risico’s waar de sector mee te maken heeft. Deze index bevat bedrijven die actief zijn in het fokken, kweken, verwerken, distribueren en verkopen van vlees-, zuivel- en/of aquacultuurproducten. Er wordt geconcludeerd dat in totaal 60% van de vlees- en visproducenten in de index, met een vermogen van $ 152 miljard, wordt gezien als een ‘hoog risico’ voor beleggers; dit zijn bedrijven die niet goed omgaan met financieel-materiële zaken rondom klimaatverandering, ontbossing, waterschaarste, antibiotica, dierenwelzijn, voedselveiligheid en duurzame eiwitten.

Maar liefst 80% van de bedrijven heeft geen beleid voor het uitbannen van ontbossing of voor waterverbruik en slechts 5 van de 60 bedrijven zijn verantwoordelijk voor de opkomst van alternatieve eiwitrijke voedingsproducten die geen vlees bevatten. Omdat alleen bedrijven aan het begin van de toeleveringsketen in de index worden opgenomen, is het potentiële marktrisico vele malen groter. In totaal heeft zo’n 6% van de ACWI World-benchmark betrekking op de voedselproductie of is daarvan afhankelijk en zal dan ook de gevolgen ondervinden van veranderingen in voedingspatronen en in werkwijzen in de voedselproductie.

Om deze risico’s te beperken, belegt ACTIAM niet in bedrijven die te weinig vooruitgang laten zien in de richting van duurzamere gezonde voedingsproducten of in het voorkomen van gevolgen voor kwetsbare ecosystemen.

Daarnaast kan door middel van actief aandeelhouderschap een gedragsverandering bij de kwetsbaarste bedrijven worden bereikt. Een voorbeeld hiervan is de oproep van ruim 80 beleggers aan het adres van de grootste fastfoodbedrijven om de uitstoot van broeikasgassen en het waterverbruik bij hun vlees- en zuivelleveranciers te verminderen. ACTIAM gaat met enkele tientallen bedrijven de dialoog aan en spoort hen aan meer verscheidenheid aan te brengen in de voedingsproducten door meer alternatief eiwitrijk voedsel op te nemen, beleid te ontwikkelen voor hun productiesystemen dat is gericht op ‘geen ontbossing, geen veengrond, geen exploitatie’ of beleid om het gebruik van antibiotica voor hun vee te verminderen.

Welke melk moet ik kiezen?

Milieu-impact van één glas (200 ml) melk

Bron: Poore, J. and T. Nemecek (2018), Science. https://www.bbc.com/news/science-environment-46654042

Ook kan door impact investing ondersteuning worden geboden aan bedrijven die de risico’s willen beperken of die overgaan naar gezondere en duurzamere voedingsproducten. Onlangs is door de gespecialiseerde particuliere participatie-maatschappij New Crop Capital het New Protein Fund – een beleggingsfonds met een omvang van $ 100 miljoen – geïntroduceerd. Daarbij gaat de aandacht uit naar het toenemende aantal mensen dat veganistisch en schoon vlees koopt, omdat de huidige veehouderij als ‘ouderwets en inefficiënt’ wordt ervaren, met alle risico’s van dien voor beleggers. Ook ACTIAM biedt actieve ondersteuning aan ontwikkelingen in de agribusiness en werkt momenteel aan een nieuwe beleggingsstrategie voor impact investing waarbij aan middelgrote boeren, producenten, handelaars, distributeurs en toeleveranciers op verschillende niveaus in de waardeketen van de landbouw kortlopende leningen en leningen voor de middellange termijn worden verstrekt. Zo wordt een bijdrage geleverd aan de wereldwijde voedselzekerheid, maatschappelijke en economische ontwikkeling en duurzame ecosystemen.

Ten slotte wordt opgemerkt dat de traditionele vleessector en veehouderij niet van de ene op de andere dag zullen verdwijnen. Door een combinatie van beleid op het gebied van volksgezondheid en milieu, veranderende voedings-patronen en nieuwe voedselontwikkelingen zal echter wel druk op deze sectoren worden uitgeoefend en aan nieuwkomers een stimulans worden gegeven.

Voeding biedt handvatten voor risicomanagement door, maar zeker ook kansen voor beleggers. Aandacht voor dit thema draagt dan ook bij aan een gezonde en toekomstbestendige beleggingsportefeuille.

Arjan Ruijs,  Senior Responsible Investment Officer bij ACTIAM

Share Button