Milieurapportage beperkt tot elite

Bron
NRC

(Gepubliceerd in het NRC van 29 maart 2001 door Michiel van Nieuwstadst).

Nederlandse beursfondsen zijn niet verplicht verslag te doen over de duurzaamheid van hun bedrijfsvoering. Het aantal bedrijven dat uit vrije wil publiceert over milieu of sociaal beleid groeit langzaam.

Voor Piet Sprengers liep het openbare wedstrijdje armpje drukken met Cor Boonstra vorig jaar op niets uit. Sprengers, voorzitter van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (Vbdo) werd op de aandeelhoudersvergadering naar zijn plaats gedirigeerd, nog voordat hij zijn beklag had kunnen doen over de late publicatie van Philips’ milieuverslag. Maar de nukkige houding van de Philipstop afgelopen voorjaar bleek niet meer dan een onhandige act voor de bühne. Sprengers kreeg het verse milieuverslag van Philips deze week persoonlijk thuisbezorgd, net op tijd dit keer voor de algemene vergadering van aandeelhouders, vanmiddag in het Amsterdamse Okura Hotel. Met zijn derde corperate milieuverslag (voor de hele groep) behoort Philips tot een selecte club van minder dan tien grote Amsterdamse beursfondsen, een club die elk jaar gemiddeld één nieuw lid mag begroeten sinds grote chemiebedrijven als Akzo en DSM begin jaren negentig het voortouw namen.

Dit jaar had chipproducent ASM Lithography een primeur. De fabrikant van chipmachines, traditioneel snel met de publicatie van het financiële verslag, verraste vorige maand met het eerste milieuverslag van het jaar. "Het is een eerste aanzet", aldus Folkert van der Molen van het adviesbureau DHV over het verslag. "Het energieverbruik en de emissies van de belangrijkste bedrijfslocaties wordt opgesomd, maar dan houdt het ook wel zo’n beetje op." Zo’n 260 grote productievestigingen zijn volgens de Nederlandse wet al langer verplicht jaarlijks over hun milieubelasting te rapporteren aan de overheid en het publiek. Het corperate milieuverslag daarentegen is gericht op beleggers die zich een oordeel willen vormen over het sociale en milieubeleid van een bedrijf als geheel. In het verslag van ASML mist Van der Molen informatie die voor deze groeiende doelgroep van belang is zoals gegevens over de ketenverantwoordelijkheid: hoe belasten bijvoorbeeld toegepaste grondstoffen het milieu. Sprengers: "ASML assembleert onderdelen. Van de milieubelasting bij de productie van chipmachines ligt 85 procent niet bij het bedrijf zelf, maar bij de toeleveranciers."

Een serieus milieujaarverslag zou volgens Van der Molen ook meer aandacht moeten geven aan de koers die een bedrijf op milieugebied wil varen: hoe kan het winstbelang met andere belangen worden gecombineerd en is het bijvoorbeeld de bedoeling deel uit te gaan maken van mondiale beursindices waarin duurzame aandelen zijn opgenomen. "Wij willen het verslag in de toekomst stap voor stap gaan verbeteren", zegt een woordvoerder van ASML.

Het kabinet bepaalt binnenkort een standpunt, maar in de Tweede Kamer bestaat geen meerderheid voor verplichte rapportage. Bedrijven zouden de tijd moeten krijgen om te experimenteren met verslaglegging op dit terrein. Volgens Sprengers is het niet nodig langer te wachten. Het Global Reporting Initiative heet in samenwerking met de Verenigde Naties normen opgesteld waaraan ondernemingen zouden moeten voldoen als zij over het milieu rapporteren. De richtlijnen over de publicaties op milieugebied zijn onderdeel van het zogeheten duurzaamheidsverslag, waarin een onderneming ook over het sociale beleid zou meoten rapporteren.

Shell is al enige jaren intensief bezig met de standaard en ook het chemieconcern DSM is hard op weg. Andere grote beursgenoteerde bedrijven nemen het initiatief als leidraad, maar zeggen nog niet aan te kunnen geven wanneer zij aan de eisen van het GRI kunnen voldoen.

Van der Molen van DHV meent dat steeds meer ondernemingen zich verplicht zullen voelen tot verslaglegging over hun sociale- en milieubeleid. "Nu grote pensioenfondsen als PGGM en het ABP de slag maken naar duurzaam beleggen neemt de vraag naar informatie sterk toe", zegt hij.

Toch is het de vraag of nieuwkomer ASML dit jaar gezelschap krijgt, zodat het tempo van één nieuw milieuverslag per twaalf maanden kan worden overtroffen. Verschillende AEX-fondsen die serieus aanstalten leken te maken blijken nog niet zo ver te zijn.

Heineken, dat vorig jaar een Europees verslag heeft gemaakt, verwacht volgend jaar voor het eerst mondiaal te rapporteren. KPN vindt een uitgebreidere milieuparagaraaf in het reguliere jaarverslag voorlopig voldoende en een woordvoerder van Ahold zegt: "We zijn bezig, maar het is een complex gebeuren. Wij hebben duizenden winkels." Volgens bestuursvoorzitter Jaap Vink is bij CSM het afgelopen jaar te veel veranderd om nu al te rapporteren over milieu en sociaal beleid van de organisatie.

Morgen bespreekt het kabinet-Kok voorstellen van staatssecretaris G. Ybema (Economische Zaken) die het ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ bij Nederlandse bedrijven moeten stimuleren.

Ybema wil ook dat Nederlandse ondernemers die in het buitenland een milieudelict plegen, onder de Nederlandse wet vervolgd kunnen worden. Per 1 februari is omkoping van buitenlandse functionarissen al strafbaar gesteld. Bedrijven en personen die zich aan omkoping schuldig maken, kunnen daarvoor in Nederland worden vervolgd. Staatssecretaris Ybema vindt strafbaarheid van milieudelicten in het buitenland een logische vervolgstap. Hij stelt het kabinet voor overtredingen van de lokale milieuregels, bijvoorbeeld vervuiling en aantasting van de natuur of het oppervlaktewater door lozingen en storting van vuil of verboden emissies, te bestraffen met zware boetes.

Ybema gaat er niet vanuit dat Nederlandse bedrijven zich in het buitenland op grote schaal schuldig zouden maken aan milieudelecten, maar van de nieuwe wetsbepaling moet een preventieve werking uitgaan. Hij stelt ook voor het ethisch ondernemen te stimuleren door meer informatie aan het bedrijfsleven te verschaffen, via een nieuw op te zetten kennis- en informatiecentrum.

Share Button