VBDO: "Beursfondsen dienen duurzaamheidsinformatie wettelijk openbaar te maken"

Bron
VBDO

Mogelijk handelen de vijftig grootste Nederlandse beursfondsen in strijd met de wet omdat ze niet al hun aandeelhouders gelijk behandelen. Veel bedrijven zijn selectief bij het verspreiden en openbaar maken van informatie over de duurzaamheid van hun ondernemingsactiviteiten. Ook op dit punt moeten alle aandeelhouders volgens de wet gelijktijdig en even uitgebreid van info worden voorzien. Dit stelt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO), een organisatie van duurzame beleggers die meer transparantie bij bedrijven op duurzaamheidsgebied nastreeft.

De VBDO zal op de komende aandeelhoudersvergaderingen de bedrijven nadrukkelijk gaan wijzen op hun mogelijk onwettige gedrag.
Mogelijk, want helemaal zeker van zijn zaak is VBDO-directeur P. Sprengers niet: ,, Er zijn nog geen rechtszaken over geweest, maar volgens de Nederlandse wet moeten alle beleggers over dezelfde informatie kunnen beschikken. Nu informatie over de duurzaamheid van een onderneming door beleggers steeds meer gebruikt wordt bij het beoordelen en selecteren van een belegging verandert ook de opvatting over het strategische belang van duurzaamheids-informatie en dus de noodzaak alle beleggers daarover gelijk te informeren," zegt Sprengers.

Marcel de Berg, lid van de VBDO hierover; "Er zijn hierover bij mijn weten inderdaad nog geen rechtszaken geweest, maar in Amerika is sinds deze zomer een discussie gaande over welke milieu en sociale risico’s bedrijven moeten rapporteren aan de Securities en Exchange Committee (SEC). De discussie richt zich op wat ‘material’ is. Volgens de US Supreme Court is ‘material’ wat een redelijke (reasonable) belegger moet weten over een bedrijf om financiële en stembeslissingen te nemen.

Op 2 maart zal Sprengers op de aandeelhoudersvergadering van Océ voor de eerste keer vragen om alle informatie ‘gelijktijdig aan iedereen’ openbaar te maken. Een dag later mag de Ahold-directie op de waarschuwing reageren en in de loop van het komende aandeelhoudersseizoen’ komt de rest van de bedrijven aan bod. Het gaat Sprengers met name om de openbaarmaking van vragenlijsten met antwoorden die rating-bureaus versturen en ontvangen. ,,Bedrijven ontvangen uit de hele wereld vragenlijsten van zogeheten rating-bureaus. Vaak zijn dit uitgebreide lijsten waarin die bureaus een onderneming het hemd van het lijf vragen over milieu, mensenrechten en corporate governance. Die vragenlijsten gaan vervolgens ingevuld retour naar de afzender die deze informatie weer verkoopt aan beleggers. Op deze manier worden beleggers dus absoluut niet ‘gelijk behandeld’,’’ stelt de VBDO-directeur.

Het liefst zou Sprengers zien dat bedrijven de duurzaamheidsinformatie gelijktijdig met het financiële jaarverslag bekendmaken. Het duurzaamheidsverslag zou moeten voldoen aan de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI), de internationale standaard voor het verstreken van dit soort informatie. Als alle bedrijven volgens deze standaard rapporteren, kunnen beleggers de bedrijven beter onderling vergelijken.

Vooralsnog zou de VBDO-directeur ook kunnen leven met het openbaar maken van de vragenlijsten en antwoorden via internet. Ook de bedrijven zijn daarbij gebaat. ,,Ondernemingen kunnen volstaan met het publiceren van de meest uitgebreide lijsten en vervolgens andere vragenstellers naar die openbare lijsten verwijzen. De onderneming hoeft dan niet elke keer weer opnieuw zo´n lijst in te vullen," zegt Sprengers. De rating-bureaus kunnen, als ze de info voortaan op een presenteerblaadje krijgen aangeboden, op hun beurt meer tijd gaan steken in de interpretatie en beoordeling van de duurzaamheidsinformatie. Net zoals ze dat doen met de financiële informatie die bedrijven aanleveren.

Share Button