Duurzame fondsen missen ‘crap rally’

(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 3 maart 2004).

De meeste duurzame beleggingsfondsen deden het de afgelopen twaalf maanden beduidend slechter dan beleggingsfondsen die in aandelen beleggen zonder te letten op het sociale en milieubeleid van ondernemingen. Het ASN Aandelenfonds, het oudste, grootste en strengste duurzame fonds van Nederland, onttrok zich aan deze trend en boekte het afgelopen jaar ruim 12%-punt meer rendement dan de de brede MSCI-Wereld index.

Het ASN Aandelenfonds wist de afgelopen maanden een rendement van 38% te behalen, terwijl de fondsen van ABN Amro , Robeco en ING bleven steken op circa 20%. Ze bleven daarmee zo’n 5%-punt achter bij de brede MSCI Wereld-index, de benchmark die wordt gehanteerd door veel beleggingsfondsen die wereldwijd in aandelen beleggen.

‘Er zijn twee belangrijke verklaringen voor het verschil tussen de resultaten van ons fonds en de MSCI-index’, zegt Erik Breen, fondsmanager van het Robeco DuurzaamAandelenfonds, dat bijna euro100 mln onder beheer heeft. ‘Vorig jaar deden aandelen met een lagere kredietwaardigheid en small- en midcaps het veel beter dan large caps. Ons fonds belegt juist in blue chips.’

Breen haalt een onderzoek aan van broker Merrill Lynch waaruit blijkt dat aandelen met een kredietwaardigheid lager dan triple B vorig jaar 25% in waarde stegen, terwijl aandelen met een hogere kredietwaardigheid slechts een paar procent wonnen.

Duurzame beleggingsfondsen, zoals die van Robeco, ABN Amro en Postbank, werken meestal volgens het best-in-class principe. Per sector zoeken ze naar de bedrijven die het best presteren op het terrein van maatschappelijk verantwoord ondernemen . In de praktijk komen dan vaak de grotere bedrijven bovendrijven. Die kunnen hierover ook vaak meer informatie verstrekken.

Ook Wendy van den Boogaard, fondsmanager van het ABN Amro Duurzame Wereldfonds (euro 55 mln) wijt het achterblijven bij de algemene aandelenindex aan het kiezen voor kwaliteitsaandelen. ‘We hebben de crap rally gemist. Na de oorlog in Irak stortten beleggers zich massaal op risicovolle bedrijven met een slechte balans. Wij beleggen juist in financieel sterke bedrijven. Dat zijn bedrijven met een bredere visie op mens, milieu en samenleving.’

Volgens Breen staat het achterblijven bij de algemene aandelenindex in 2003 los van bepaalde sectoren die duurzame beleggers mijden. Zo deed de defensiesector het ondanks de oorlog in Irak per saldo niet structureel beter dan andere sectoren. Breen heeft ook de indruk dat beleggers vorig jaar een voorkeur hadden voor minder duurzame ondernemingen met doorgaans een lagere kredietwaardigheid. ‘De verwachting was dat duurzame bedrijven met gemiddeld een hogere kredietwaardigheid minder zouden profiteren van het herstelpotentieel als de economie aantrekt.’

Van dit herstelpotentieel heeft het ASN Aandelenfonds, dat euro 266 mln onder beheer heeft, wel kunnen profiteren. ‘We hebben vorig jaar maart op het dieptepunt van de markt meer accent gelegd op cyclische fondsen’, zegt Roelie van Wijk, hoofd vermogensbeheer zakelijke waarden bij SNS Asset Management, dat het beleggingsbeleid van het ASN-fonds uitvoert.

Het ASN Aandelenfonds belegt momenteel in circa zestig Europese en Amerikaanse ondernemingen die voldoen aan de criteria en daarom zijn opgenomen in het zogeheten beleggingsuniversum van het ASN-fonds. ‘Grootte is niet doorslaggevend. We zoeken bedrijven die een voortvarend duurzaamheidsbeleid voeren en op de lange termijn een rendement geven dat het gezond voortbestaan van ASN waarborgt’, zegt Van Wijk. Tussen die bedrijven zitten zowel large caps als small- en midcaps. Hierdoor kon het ASN-fonds deels meeliften op het succes van kleinere beursgenoteerde ondernemingen. Hoewel in het ASN-universum geen Aziatische aandelen zaten die het vorig jaar erg goed deden, compenseerde de smallcaps dit effect ruimschoots. Bedrijven gevestigd in opkomende markten komen vanwege gebrek aan informatie over de duurzaamheid nauwelijks voor in de portefeuilles van duurzame fondsen.

Het beleggingsbeleid van het ASN Aandelenfonds wijkt op een aantal punten sterk af van het beleid van de andere duurzame fondsen. ‘Wij leggen de lat hoger’, zegt Jeroen Jansen, adjunct-directeur van ASN Bank. Zo sluit het ASN Aandelenfonds meer sectoren uit dan de andere fondsen. Die mijden bijvoorbeeld de wapen- en tabaksindustrie. ASN belegt evenmin in de financiële sector en de energiesector. Banken zijn taboe omdat ASN Bank niet kan achterhalen waarin banken hun geld steken. ‘We willen niet via een bank beleggen in bedrijven die niet aan onze duurzame criteria voldoen’, aldus Jansen.

Omdat energiebedrijven (nog) niet voldoen aan de criteria van het ASN Aandelenfonds, zit Koninklijke Olie niet in de portefeuille van het fonds. Dit bedrijf, dat dit jaar flink in waarde is gedaald na de verlaging van reservevoorraden, zit vaak wel in andere duurzame portefeuilles, omdat Shell in de energiesector geldt als een bedrijf dat het milieu serieus neemt.

De fondsmanagers van de fondsen die achter zijn gebleven, zijn niet van hun geloof gevallen. Ze houden vast aan de stelling dat duurzaam beleggen op de langere termijn ten minste hetzelfde resultaat oplevert als conventioneel beleggen. ‘Sinds de oprichting in februari 1999 hebben een lichte outperformance laten zien ten opzichte van de door ons gehanteerde duurzame benchmark’, zegt Breen. ‘Duurzame fondsen zijn wel volatieler dan andere beleggingsfondsen omdat ze in minder verschillende aandelen beleggen’, zegt Van den Boogaard van ABN Amro.

Share Button