Aandelenonderzoek moet complexer

Aandelenonderzoek is te eenzijdig gericht. Een groep Europese beleggers, waaronder PGGM en SNS, moedigt effectenmakelaars aan om ook niet-financiële onderwerpen te betrekken in hun beleggingsonderzoek. Zij maken kans op extra beursprovisie.

Aandelenonderzoek dient rekening te houden met zaken die er toe doen voor de langetermijnperspectieven van ondernemingen. Banken en effectenhuizen moeten daarom in hun onderzoeksrapporten ook niet-financiële en immateriële aspecten meenemen. Dit beoogt het Enhanced Analytics Initiative (EAI), een groep Europese vermogensbeheerders en pensioenfondsen, waaronder zorgpensioenfonds PGGM en SNS Asset Management.

Onder niet-financiële aspecten worden zaken verstaan als corporate governance, beloning van topbestuurders, bedrijfsethiek, milieu-klimaat, sociale onderwerpen, invloed van nieuwe technologieën, het reputatierisico van bedrijven, de gezondheidssituatie van consumenten. Deze aspecten kunnen op de lange termijn grote gevolgen hebben voor de financiële situatie van een onderneming, een sector, of van meerdere bedrijfstakken.

De initiatiefgroep vindt dat deze onderwerpen te weinig aan bod komen in de traditionele beleggingsresearch. Om te zorgen dat deze zaken serieus aan bod komen, krijgen de researchleveranciers een voorkeursbehandeling. De groep beleggers wijst minimaal 5% van de effectenprovisies toe aan deze effectenhuizen. De leden hebben euro 8 mln te verdelen.

Het Enhanced Analytics Initiative bestaat sinds november. Naast PGGM en SNS zijn de vermogensbeheerders van BNP Paribas en AGF en Dresdner Bank lid. Ook participeren grote Britse pensioenfondsen als USS (universiteiten), TUC Superannuation Society en London Pension Fund Authority. De dertien aangesloten partijen hebben samen euro 380 mrd aan beleggingen.

SNS Reaal trad begin dit jaar toe. ‘Wij zijn in dit groepje bepaald niet de grootste, maar wij doen mee om het idee te stimuleren’, zegt Joost Grapperhaus van SNS Asset Management. ‘Wij willen dat traditionele effectenhuizen meer over langetermijnaspecten te schrijven.’

EAI publiceert elk halfjaar de namen van de brokers en banken die zijn geselecteerd op de aanwezigheid van ‘extra financial issues’ in hun researchrapporten. De nieuwe lijst werd vorige week gepubliceerd en bestaat uit Bernstein Research, CM-CIC Securities, Dresdner/Kleinwort Wasserstein en UBS Investment Research. Daarnaast worden Deutsche Bank en Goldman Sachs aanbevolen. De zes partijen zijn uitgekozen door de Zwitserse researchbureau On Values uit 23 door EAI-leden aangeleverde kanshebbers die in de afgelopen zes maanden (november-april) 84 researchrapporten produceerden.

Het is de tweede keer dat de lijst wordt opgemaakt. In januari gebeurde dit voor het eerst. Toen rolden tien namen uit de bus. Deutsche Bank, Dresdner, Goldman Sachs, HSBC, Morgan Stanley , UBS and WestLB behoorden tot de topgroep. ABN Amro , Citigroup en CM-CIC waren zogenoemde ‘runner ups ‘.

Vijf namen vallen nu buiten de boot, waaronder ABN Amro. ‘Ze hebben zich in deze periode niet gekwalificeerd en lopen daarom het komende halfjaar provisie mis’, zegt woordvoerder Richard Campbell van de initiatiefgroep.

In de praktijk zijn de druiven voor ABN minder zuur. ‘Als een broker uit de lijst valt, betekent dit niet automatisch dat we hem niet meer willen zien’, zegt een woordvoerder van PGGM. Het pensioenfonds selecteert ook op andere kwaliteiten, bijvoorbeeld service. Omgekeerd betekent een nieuwe naam op de lijst niet altijd dat deze orders krijgt, omdat het een bestaand contact kan zijn.

PGGM ziet het initiatief als stimulering van duurzaamheid , dat onderdeel is van het beleggingsbeleid. Volgens SNS zijn de aspecten van extra-financial issues niet gelijk aan de criteria bij maatschappelijk verantwoord beleggen. ‘Er zijn duidelijke verschillen’, aldus Grapperhaus.

Op de nieuwe lijst prolongeren Dresdner en UBS hun toppositie, CM-CIC promoveert naar deze topgroep, terwijl Goldman Sachs en Deutsche Bank een stapje terug moeten.

Over het afgelopen halfjaar legden de EAI-leden bijna viermaal zoveel rapporten ter beoordeling voor als in de vorige meetperiode (2003 en 2004). Vervolgens werd daaruit een selectie gemaakt. De gemiddelde kwaliteit van de onderzoeken is volgens On Values net als het eerste onderzoek redelijk. De aandacht voor sectoren en aspecten is echter ongelijk verdeeld. Klimaatverandering krijgt veel aandacht van analisten (‘bijna te veel’), maar veelal alleen bij nuts- en energiebedrijven die in het aanbod oververtegenwoordigd zijn.

Share Button