Duurzaam beleggen mist transparantie

(Gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 11 juni 2001 door Marleen Janssen Groesbeek).

Onlangs lanceerde een van de pioniers van duurzaam beleggen , ASN Bank, weer een nieuw themafonds. Daarmee komt het aantal Nederlandse duurzame beleggingsfondsen op 14. Daarvan zijn er elf aandelenfondsen, allemaal met hun eigen beleggingscriteria en hun eigen sectorale spreiding.

Er bestaat veel verwarring over wat precies duurzaam beleggen is. Bij het begrip duurzaam hebben de meeste mensen de associatie met milieu en groen. Voor de duurzame beleggingsfondsen is dit te beperkt. Duurzaamheid wordt ook bepaald door de sociale en ethische prestaties van bedrijven en dat is terug te vinden in criteria van de duurzame aandelenfondsen. De fondsmanagers verstaan onder duurzaamheid het op lange termijn garanderen van welvaart en welzijn voor de huidige en toekomstige bewoners van de aarde.

Ondanks het steeds scherper worden van de definitie blijft er verwarring over welk bedrag er precies duurzaam is belegd. De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) maakt een onderscheid naar groenfondsen en ethisch beleggen. Eind 1999 werd ƒ 1,3 mrd belegd in groenfondsen en ƒ 1,1 mrd in ethische fondsen. Tezamen zou dat een duurzaam belegd vermogen van ƒ 1,4 mrd opleveren. Maar bij de dag van het Ethisch Beleggen eind vorig jaar kwamen de financiële instellingen uit op ƒ 10 mrd. Daarin zijn voor het gemak ook de duurzame spaartegoeden meegenomen. Als de fondsvermogens van de 14 duurzame beleggingsfondsen worden opgeteld is dat vergelijkbaar met het bedrag dat de VBDO de ethische fondsen toerekent.

Even leek het erop dat duurzame beleggingsfondsen uit de gratie zouden raken. De negatieve rendementen liepen tot en met maart van dit jaar voor een aantal fondsen in de dubbele cijfers. Uit de jongste gegevens van het onderzoeksinstituut Nyfer blijkt dat de duurzame beleggingsfondsen in mei de ‘normale’ beleggingsfondsen ruimschoots verslaan. Met name het Ohra New Energy Fonds en het Ohra Milieutechnologie Fonds deden het met een rendement van respectievelijk 20,8% en 20% goed. Maar deze twee fondsen zijn, samen met het nieuwe ASN Milieu (Technologie) Fonds, niet representatief voor de duurzame beleggingsfondsen omdat zij gekozen hebben voor een speciaal thema.

De andere duurzame beleggingsfondsen doen aan spreiding zowel in sectoren als in regio’s. Welke bedrijven er in de portefeuille komen, hangt helemaal af van de criteria van de fondsen en die lopen uiteen.

Het aandelenfonds Triodos Meerwaarde en het ASN Aandelenfonds leggen de scherpste criteria aan. Zo investeert Triodos uitsluitend in ondernemingen die voldoen aan dertig absolute criteria voor de bedrijfstak waarin de onderneming actief is en die voldoen aan criteria voor het bedrijfsproces. Bij dat laatste zit het verbod op bedrijven die kinderen laten werken en op ondernemingen die het lid zijn van een vakbond verbieden. Daarnaast moeten de geselecteerde bedrijven actief zijn in een duurzame bedrijfstak, gezondheidszorg of biologische landbouw, of actief zijn in een neutrale sector en zich onderscheiden door een bovengemiddeld goed sociaal en milieubeleid in hun bedrijfstak.

ABN Amro is aanzienlijk minder streng. Het Duurzame Wereldfonds belegt in beursgenoteerde aandelen van ondernemingen die aan milieu- en sociaal-maatschappelijke factoren een relatief belangrijke rol toekennen binnen hun strategie en gedrag. En zo kan het zijn dat een onderneming als Ahold wel in het duurzame fonds van ABN Amro en ING Bank terechtkomt, maar niet in de fondsen van ASN Bank en Triodos Bank.

Maar ook de keuzen van Triodos of ASN zijn niet altijd even verklaarbaar. Computerfabrikant Compaq sponsort autoracen, een milieuvervuilende sport, maar zit wel in de duurzame portefeuille van Triodos en ING. De nieuwe bestuursvoorzitter van Laurus, Ole van der Straaten, heeft zijn klanten en beleggers nooit verteld van een duurzame bedrijfsstrategie.

Voor de particuliere belegger die op zoek is naar het duurzaamste beleggingsfonds is het nauwelijks te volgen. Waarom belegt een duurzaam beleggingsfonds in de Verenigde Staten, waar nog steeds de doodstraf wordt uitgevoerd? Waarom zit er in het ene fonds wel een chemiebedrijf en een olieproducent en in de andere niet?

Duurzame beleggingsfondsen zitten gevangen in twee vormen van gebrek aan transparantie. De belegger kan niet goed controleren op basis waarvan de fondsmanager een fonds, een land of een sector kiest. De criteria zijn daarvoor te algemeen. De toelichtingen in de jaarverslagen bieden nauwelijks meer informatie.

Een particuliere belegger die zelf op zoek wil naar sociaal-ethische en milieu-infomatie heeft het nog moeilijker. Heel veel informatie waar de duurzame beleggingsfondsen hun keuzen op baseren is niet vrij toegankelijk. Vaak is die in handen van grote onderzoeksinstituten die daarvoor betaald worden. Daarnaast zijn de gegevens vaak verkregen door bezoeken aan bedrijven zelf en de verslagen daarvan zijn niet openbaar. Dat gebrek aan transparantie kan de fondsen op termijn opbreken.

Share Button