Duurzaamheid laat Nederlandse belegger koud

Bron
Schroders

De Nederlandse particuliere belegger laat zich weinig tot niets gelegen liggen aan verantwoord en duurzaam beleggen en is nauwelijks bereid beleggingen langer aan te houden om sociale- en milieudoelen te bereiken. Nederland scoort slecht in vergelijking met andere westerse landen en staat absoluut onderaan de ladder. Dit blijkt uit de Global Investor Study 2016 van Schroders, gebaseerd op een wereldwijd onderzoek onder 20.000 beleggers in 28 landen.

Deze uitkomsten zijn des te opmerkelijker omdat Nederland en de Nederlandse pensioenfondsen internationaal te boek staan als dé voorlopers op het gebied van duurzaam beleggen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat dat niet opgaat voor de gemiddelde Nederlandse belegger. Want als hem wordt gevraagd naar het belang dat hij hecht aan positieve impact op het milieu, goed ondernemingsbestuur, maatschappelijke verantwoordelijkheid of het oplossen van maatschappelijke problemen, dan eindigt Nederland stelselmatig onderaan, slechts voorgegaan door Japan. Landen als Indonesië, China en Brazilië staan in alle opzichten bovenaan de lijst, terwijl ook alle westerse landen het ruimschoots beter doen dan Nederland.

In de uitkomsten is een opmerkelijke trend te zien, namelijk dat beleggers in niet-westerse landen, met relatief veel problemen op het gebied van milieu en governance, grotere waarde hechten aan het zogenaamde ESG-beleggen (environment, social, governance). Westerse landen zoals België, Zweden, Zwitserland, Duitsland, maar ook landen met een hoog ontwikkelde samenleving als Singapore, Japan en Polen hechten relatief minder waarde aan ESG-factoren. Er lijkt een verband te zijn tussen de hoogte van het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking en het belang dat beleggers hechten aan ESG-factoren bij hun beleggingen.

Michel Vermeulen, algemeen directeur Schroders Benelux, licht toe: “Het lijkt erop dat beleggers in een rijk land als Nederland sterk zijn afgeschermd van maatschappelijke problemen die worden aangesproken door duurzaam beleggen. In Azië is dat anders. Het zou kunnen zijn dat Nederlanders niet beseffen welke positieve invloed beleggers kunnen hebben op het sociale terrein, het milieu en op governance-gebied. De zeer lage score van rijke, westerse landen is des te opvallender omdat institutionele beleggers in Nederland en bijvoorbeeld Zweden zich heel sterk richten op duurzaam en verantwoord beleggen. Er is kennelijk sprake van een enorme kloof tussen de mening van de professionele belegger en de gewone man op straat, die ook belegt. Klaarblijkelijk is de belegger hier sterk met rendement bezig en moet verantwoord beleggen zich bewijzen op grond van rendement en niet op basis van die extra sociale of milieu-waarde.”

Ook Nederlandse millennials denken niet echt anders

Wereldwijd blijken millennials, beleggers in de leeftijdscategorie 18-36 jaar, zich veel meer bewust van verantwoord beleggen en hechten daar ook grotere waarde aan dan oudere beleggers. Maar in Nederland is ook dat anders: daar waar de gemiddelde Nederlandse belegger de waarde van bijvoorbeeld corporate governance, milieu- en sociale impact bij beleggen een 5,8 geeft op een schaal van 1 tot 10, is de millennial van mening dat een magere 6,1 voldoet en verschilt zijn oordeel nauwelijks met die van oudere beleggers.

De jongere groep van millennials, van wie internationaal blijkt dat ze meer genegen is om duurzame factoren in ogenschouw te nemen, is in Nederland ongeduriger dan de groep beleggers van 36 jaar en ouder en is bereid om beleggingen met het oog op het duurzame effect, slechts 1,8 jaar langer in portefeuille te houden, tegen 2,1 jaar voor de oudere beleggers.

Uitsluitingsgronden wegen minder zwaar

Beleggers in Nederland zijn relatief veel minder geneigd om een punt te maken van activiteiten van bedrijven die normaliter worden beschouwd worden gezien als onwenselijk en die voor institutionele beleggers veelal dienen als uitsluitingsgronden, zoals het veelvuldig gebruik van belastingparadijzen, gokken, alcohol en tabak, pornografie en werkomstandigheden. De enige twee punten waarin de visie van de Nederlandse belegger wel overeenkomt met die van beleggers in Europa en wereldwijd, is op het terrein van beleggingen met een verbinding met een dictatoriaal regime en beleggingen in de wapenproductie en -handel.

Millennials oordelen heel anders over wat toelaatbaar is

Het waardeoordeel dat beleggers van verschillende leeftijden geven over beleggingen die banden hebben met de eerder genoemde onderwerpen, verschilt sterk. De grootste generatiekloof is te zien bij de mening over beleggingen met een link met dierproeven, belastingconstructies en vooral beleggingen in tabak en alcohol, waarbij de millennials zich veel sterker uitlaten tegen dergelijke thema’s dan de oudere beleggers. Zo zegt 24% van de jongeren dat zij zeker afscheid zouden nemen van hun beleggingen -ook al renderen die goed- als zou blijken dat er een band bestaat met de alcohol of tabaksindustrie. Bij de groep oudere beleggers is dat slechts 11%. Voor die groep weegt het negatieve oordeel over beleggen in wapenhandel, gokken en dictatoriale regimes weer veel zwaarder dan voor de jongeren. Het relatieve verschil in oordeel wil overigens niet zeggen dat jongeren niet zwaar tillen aan factoren als wapenhandel en dictatoriale regimes, want die punten scoren hoog als reden om afscheid te nemen van (goedlopende) beleggingen, direct gevolgd door dierproeven. Klimaatverandering als onderwerp weegt niet heel zwaar.

Forse verschillen tussen provincies

Binnen Nederland blijken ook inwoners van de verschillende landsdelen anders aan te kijken tegen duurzaam en verantwoord beleggen. Zo zijn beleggers in de provincies Gelderland, Overijssel en Flevoland het meest principieel in hun beleggingen, direct gevolgd door beleggers in de drie noordelijke provincies. Veel meer dan de andere regio’s zijn zij bereid om hun beleggingsbelissingen te laten sturen door duurzame en sociale factoren.

Download de publicatie (engels, pdf)

def1

 

Share Button