De bekendmaking, eind februari, van het boekhoudingsschandaal bij US Foodservice, het Amerikaanse dochterbedrijf van de multinational Koninklijke Ahold die in Nederland onder meer de Albert Heijn-warenhuizen uitbaat, heeft een ware schokgolf veroorzaakt. Het aandeel kelderde meteen tot een vijfde van de waarde en op de markt van het duurzaam beleggen besluiten steeds meer spelers om de distributeur te schrappen uit hun « universum ». Bij KBC viel die beslissing op 17 maart, hoewel Ahold, in december, bij een KBC-duurzaamheidsvergelijking tussen 10 sectorgenoten, nog op de vierde plaats eindigde na Danone, Unilever en Carrefour, maar voor Henkel, L’Oréal, Heineken, Interbrew, Altadis en Pernod-Ricard.
Betekent dit dat de duurzaamheidscriteria van KBC niet fijnmazig genoeg waren om het naderend onheil te voorspellen? « Zeker niet », antwoordt Bruno Tuybens, KBC-manager Duurzaam en Maatschappelijk Verantwoord Beleggen: « We hebben gewaarschuwd voor problemen op het vlak van bedrijfsethiek. Dat kunt u sinds december nalezen op onze website. Dat moet de mensen in ieder geval meer vertrouwen geven ». Uit de daar vermelde gegevens blijkt inderdaad dat Ahold ver onder het sectorgemiddelde scoort (minder dan 33%) op het vlak van wettelijkheid, deontologie, maatschappelijke aanvaardbaarheid en corporate governance. Enkel de verslaggeving i.v.m. bedrijfsethiek krijgt een grote onderscheiding (83%). Op de andere vier criteria van de duurzaamheidsanalyse (economisch beleid, milieu, interne sociale verhoudingen, en, mensenrechten en gemeenschapsbetrokkenheid) scoort Ahold echter behoorlijk tot zeer goed zodat de winkelketen toch nog bij de 50% besten van de sector beland is. « Maar als er later feiten aan het licht komen, die al te gortig zijn, dan kunnen bedrijven worden uitgesloten door een externe adviesraad. Dat is nu gebeurd », besluit de KBC-manager.
Voor de resultaten van de duurzame bedrijfsanalyse van Ahold door KBC, zie: http://kbc-pdf.kbc.be/kbcam/duurzaam_beleggen/Koninklijke Ahold.pdf