Flinterdunne handel in Triodos-certificaten bij heropening

Bron
VEB

Voor het eerst in drieënhalf jaar kunnen beleggers weer regelmatig handelen in de certificaten van Triodos Bank. Certificaathouders krijgen de harde werkelijkheid nu onder ogen: de waarde van hun certificaten is bij het hervatten van de handel 40 procent lager dan destijds, toen de handel werd stopgezet. Bovendien is het handelsvolume uitermate beperkt. Of certificaathouders – indien gewenst – snel van hun stukken afkunnen blijft onzeker. De VEB bericht hierover.

De openingskoers van certificaten Triodos is bekend: 50 euro. Dat is 40 procent minder dan de koers voor dichtgooien van de handel in 2021. Waar certificaathouders eerder hun stukken aan de bank konden verkopen tegen intrinsieke waarde, is de koers nu nog maar 56 procent van die waarde (certificaathouders hebben tussentijds wel een paar euro aan dividend ontvangen).

Voor de prijs van 50 euro wisselden ruim 20 duizend certificaten van eigenaar. Dat is maar een fractie van het totaal aantal uitstaande certificaten van ruim 14 miljoen. Het heeft er alle schijn van dat het uitermate lastig is voor certificaathouders om – indien gewenst – van hun stukken af te komen. Ter vergelijking: eerder liet Triodos weten dat het zich gedwongen zag het interne handelssysteem stil te leggen omdat de verkoopdruk met een omvang van circa 20 procent van alle certificaten hen te machtig was.  Bij de eerste handelsdag op de MTF is ongeveer 0,14 procent van de certificaten van eigenaar verwisseld.

Op papier kan er dus gehandeld worden in certificaten, maar of het in praktijk voldoende lukt, is maar zeer de vraag. Voor certificaathouders is het van belang dat er goede mogelijkheden van handel zijn. Daarin heeft Triodos een duidelijke rol. De bank heeft certificaathouders gedwongen richting een nieuw handelssysteem. Daar hoort een aanzienlijke verantwoordelijkheid bij.

Werk aan de winkel voor Triodos

Wat een bank waard is, hangt sterk af van het rendement dat wordt behaald op het eigen vermogen, de REV. Zo hebben beleggers maar 0.5 keer de boekwaarde over voor het door problemen achtervolgde Commerzbank. De Duitse bank boekte vorig jaar een REV van circa 5 procent. De aandelenkoers van het veel winstgevendere Zweedse Handelsbanken – REV 2022: 15 procent – ligt juist op of rondom het eigen vermogen.

Hoe belangrijk Triodos’ missie ook, de bank kan zich niet helemaal onttrekken aan deze marktwetten. De bank denkt onder meer door kostenverlagingen en een attractiever renteklimaat een REV van 5-7 procent per jaar te kunnen realiseren op de middellange termijn. Vorig jaar bleef het rendementsgetal steken op 4 procent. Maar als stevige eenmalige kosten in verband met reorganisaties, de rechtszaak en het overschakelen op het handelsplatform buiten beschouwing worden gelaten, klimt de (genormaliseerde) REV tot 5,1 procent.

Wil de koers in de buurt komen van de intrinsieke waarde van 89 euro, dan moet de REV verder klimmen tot 7 procent. Dat is toch wel het minimale rendement dat de gemiddelde belegger zou willen zien, zeker als rekening wordt gehouden met het risicoprofiel van een kleine bank. Dat zou betekenen dat het ten opzichte van vorig jaar ruim 30 procent meer winst uit dezelfde kapitaalsbasis van ruim 1,2 miljard euro moet persen. Dat lijkt uitdagend, maar vooral door hogere rentes ook weer niet onmogelijk.

In de jaren voor het stopzetten van de handel lag de nadruk van Triodos op groei van het aantal uitstaande groene leningen. De bank gaf ieder jaar veel certificaten uit om die groei te financieren. Maar winsten groeiden veel minder hard dan de kapitaalsbasis, waardoor de REV gestaag daalde tot 2,3 procent in 2020. Nu wordt Triodos gedwongen maatregelen te treffen de REV te verbeteren, waaronder de eerste reorganisatie in de geschiedenis van de bank. De bank heeft beloofd de komende jaren geen nieuwe certificaten uit te geven.

Share Button