ING en ABN AMRO sinds Parijs betrokken bij 100 miljard aan fossiele obligaties

Bron
Investico

Sinds de totstandkoming van het Parijsakkoord eind 2015 hielpen ING en ABN Amro olie-, gas- en kolenbedrijven om meer dan 100 miljard euro aan obligaties uit te schrijven. Het gaat daarbij specifiek om bedrijven die nu nog nieuwe gas- en olievelden aanboren, of anderszins hun fossiele operaties uitbreiden. Terwijl er momenteel veel politieke aandacht is voor fossiele overheidssubsidies, blijken ook Europese banken weinig haast te maken met het vergroenen van hun werkzaamheden. Dat blijkt uit Fossil Finance, een onderzoek van Platform Investico en Follow the Money, in samenwerking met tien internationale media, waaronder The Guardian, Le Monde en El País. Van ruim 1600 obligaties van zulke fossiele bedrijven, ter waarde van in totaal een biljoen (duizend miljard) euro, werd onderzocht welke banken hierbij betrokken waren.

De afgelopen jaren hebben de meeste Europese en Amerikaanse banken beloofd minder te gaan investeren in fossiele activiteiten, of zelfs te stoppen met het direct financieren van nieuwe olie- en gasprojecten. Tegelijkertijd nam het wereldwijde bedrag aan jaarlijks uitgeschreven obligaties voor uitbreidende fossiele bedrijven toe van 96 miljard in 2016 naar 248 miljard in 2020. In 2021 en 2022 was dat bedrag lager, maar de eerste helft van 2023 duidt alweer op een toename.

Het mogelijk maken van obligaties is een onderbelichte manier hoe banken fossiele bedrijven bijstaan. Met een obligatie haalt een bedrijf geld op bij beleggers en om die investeerders te vinden schakelt het bedrijf banken in, die daar commissie voor krijgen. Het geld dat een olie-, gas- of kolenbedrijf ophaalt met een obligatie gaat vrijwel altijd in de algemene pot. Het bedrijf kan dan vrijelijk over het bedrag beschikken, en het dus ook voor fossiele uitbreiding gebruiken.

Financieringssteun

ING kondigde vorig jaar nog aan te stoppen met het financieren van nieuwe olie- en gasvelden. Toch was de bank sindsdien betrokken bij 10 obligaties, voor een totaal van 10 miljard euro, van Amerikaanse en Noorse bedrijven die nieuwe olie- en gasvelden aanboren. In een reactie laat ING weten dat dit nieuwe beleid alleen ‘projectfinanciering’ betreft. ING staat geen bedrijven meer bij die specifiek geld ophalen voor het openen van een nieuw olie- of gasveld, maar als diezelfde bedrijven geld ophalen voor algemeen gebruik, dan kan de bank daar nog wel bij helpen.

ABN Amro sluit financiering voor nieuwe olie- en gasvelden niet uit, maar zegt sinds 2018 wel te stoppen met het financieren van fossiele activiteiten in het Noordpoolgebied. Toch was de bank in 2021 betrokken bij een obligatie van het Noorse oliebedrijf Aker BP, dat dit jaar nog aankondigde haar activiteiten in de Arctische Barentszee te willen uitbreiden. ABN Amro laat in reactie weten dat de bank “onder voorwaarden” en “case by case” toch uitzonderingen toe te staan op haar beleid.

Volgens klimaatexperts moet onmiddellijk worden gestopt met het ontginnen van nieuwe olie- en gasvelden, wil de wereld een kans maken om in 2050 klimaatneutraal te zijn. “Het kan eigenlijk niet dat banken hiermee door blijven gaan,” zegt Pieter Pauw, onderzoeker klimaatfinanciering aan de Technische Universiteit Eindhoven. “Ook financiële stromen moeten in lijn gebracht worden met Parijs. Maar ze blijven zich richten op olie en gas.”

Wereldwijd schreven uitbreidende fossiele bedrijven sinds ‘Parijs’ ruim 1600 obligaties uit. Het Mexicaanse staatsoliebedrijf Petroleos Mexicanos haalde het meeste geld op, maar ook Shell, het Braziliaanse Petrobras en het Russische Rosneft staan in de top 5. Ze roepen daarbij doorgaans de hulp in van Amerikaanse banken: JP Morgan, Citi en Bank of America waren bij de meeste obligaties betrokken. Maar ook Deutsche Bank, de Britse grootbanken HSBC en Barclays, en het Franse Crédit Agricole en BNP Paribas bleven fossiele bedrijven bijstaan. Bijna honderd obligaties hebben een looptijd tot na 2050, terwijl de volledige economie dan klimaatneutraal moet zijn volgens het Parijsakkoord.

Bij het uitgeven van obligaties zijn naast banken ook advocatenkantoren betrokken. Die geven juridisch advies en stellen de voorwaarden van een obligatie op. Zo gaf Zuidas-kantoor De Brauw Blackstone Westbroek juridisch advies aan Shell bij 24 verschillende obligaties. Ook kantoren als Clifford Chance, Allen & Overy en Pels Rijcken gaven juridisch advies bij de onderzochte fossiele obligaties. De Brauw Blackstone Westbroek stelt niet in te gaan op vragen over cliënten, de andere kantoren waren niet beschikbaar voor commentaar.

Deze kantoren dragen mede verantwoordelijkheid voor de CO2-uitstoot die met deze obligaties gepaard gaat, zegt klimaatonderzoeker Pauw: “Als je oliebedrijven helpt om die deals rond te krijgen, heb je zelf ook olie aan je vingers kleven.”

Share Button