Duurzaam beleggen is over tien jaar overbodig

Bron
Morningstar

Links


(Gepubliceerd door Freddy van Mulligen van Morningstar Nederland).

Duurzaam beleggen is een begrip geworden, ook in Nederland. Het bestaat evenwel in soorten en maten. Waar de ene fondsaanbieder externe gespecialiseerde organisaties de beoordeling op duurzaamheid laat uitvoeren, trachten anderen als ING en Henderson zelf op het gebied van duurzaamheid waarde toe te voegen. Morningstar sprak met Herman Kleeven en Robert Smallegange, beheerders van het ING Bank Duurzaam Rendement Fonds en met Garry Topp, directeur van de afdeling Social Responsible Investment (SRI) van Henderson Global Investors.

Henderson claimt een ruime ervaring op het gebied van duurzaam beleggen. De Britse vermogensbeheerder beheert al sinds 1977 fondsen met een sociaal, milieu of ethisch doel en belegt momenteel anderhalf miljard euro op duurzame wijze. In Nederland is het relatief jonge Henderson Horizon Global Sustainable Investments Fund geregistreerd voor verkoop.

Het SRI-team van Henderson heeft drie aandachtsgebieden. Allereerst is dat vanzelf het beheer van middelen op een duurzame manier. Ten tweede wordt er intensief research gedaan naar ondernemingen om te onderzoeken hoe zij hun verantwoordelijkheden met betrekking tot duurzame ontwikkeling opnemen. Naast deze strategische analyses is de derde pijler engagement. Henderson wil bouwen aan relaties met bedrijven om ze een beter begrip te geven van milieu, ethische kwesties en de omgang met medewerkers. Dat betekent dat er ook contact is met ondernemingen die juist slecht scoren op duurzaamheidcriteria.

‘Wij willen niet alleen vragenlijsten uitzenden om ondernemingen op bepaalde criteria te beoordelen, maar we willen achter de cijfers kijken wat de reputatie van een onderneming beïnvloedt en hoe de visie van de onderneming op duurzaamheidonderwerpen is,’ zegt Topp.

ING claimt eveneens pionier te zijn: ‘Het Duurzaam Rendement Fonds is opgericht in mei 2000. Daarmee waren we het eerste retailfonds in Europa,’ verklaart Smallegange.

Eindverantwoordelijk

Ook bij ING is duurzaam niet alleen een kwestie van niet beleggen in vervuilende bedrijven Kleeven: ‘Alhoewel wij gebruik maken van externe research, zijn wij eindverantwoordelijk voor de boordeling. Daarnaast gaan wij in dialoog met andere organisaties, je moet vooral denken aan belangenorganisaties als Amnesty International. Die gesprekken bieden een tegenwicht aan de informatie die we van bedrijven zelf krijgen.’

ING kiest volgnes eigen zeggen een positieve benadering, met behulp van duurzaamheidcriteria wordt er vanuit een grote database met meer dan 1500 aandelen een kleiner beleggingsuniversum van circa 500 fondsen gekozen. Daarbij geldt dat de beste fondsen in een industrie geselecteerd worden. Vervolgens wordt er vanuit dat universum een beleggingsportefeuille samengesteld volgens de gangbare beleggingsmethodiek van ING Investment Management.

‘Wij zijn wel realisten. De olie-industrie is bijvoorbeeld in zijn aard een zeer vervuilende industrie. Toch kunnen wij ons momenteel geen wereld zonder fossiele brandstoffen voorstellen, dus beleggen wij in de oliesector. Wij kiezen dan voor die bedrijven die binnen deze sector het minst vervuilen en actief zijn op het gebied van alternatieve energie.’ Aldus Smallegange. Zowel ING als Henderson geven ‘positioning papers’ uit waarin heikele punten die raken met duurzaamheid worden besproken en waarin een positie wordt gekozen. Te denken valt aan genetische modificatie van gewassen en klimaatverandering. In deze papers worden ook de mogelijk politieke keuzemogelijkheden belicht. Topp: ‘De kennis en analyse van mogelijke politieke scenario’s leidt tot een hele nieuwe vorm van research die voor fondsbeheerders heel waardevol kan zijn.’

Transparantie

Waar in het verleden duurzaamheid vooral met het milieu in verband werd gebracht, heeft door de schandalen met Enron, Worldcom en Ahold in eigen land het transparantie-aspect extra aandacht gekregen in de maanden die achter ons liggen.

Kleeven: ‘In het laatste jaar zijn we ons sterker gaan richten op corporate governance, die pijler heeft meer gewicht gekregen in ons screeningsmodel.’

Transparantie is voor zowel ING als Henderson de sleutel. Topp van Henderson verklaart dat: ‘Wie anderen diep in de ogen kijkt, moet ook zelf in de spiegel durven kijken.’ Beide fondsen geven meer inzicht in standpunten en portefeuille dan bij niet-duurzame fondsen uit eigen stal het geval is. De duurzame fondsen van ING en Henderson onderschrijven de richtlijnen voor de transparantie van duurzame beleggingsfondsen van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO).

Als een particuliere belegger Henderson belt om te vragen waarom een bepaald aandeel deel uitmaakt van een duurzame portefeuille dan is voor ieder aandeel uit de portefeuille een verhaal beschikbaar. Ook bij ING wordt momenteel voor ieder fonds dat in de portefeuille wordt opgenomen een verhandeling geschreven over de duurzaamheidinspanningen van desbetreffende onderneming.

Geïntegreerd

Duurzaam beleggen maakt in Europa een ontwikkeling door. In de VS is ‘ethisch beleggen’ al lang een grote industrie die zijn oorsprong vindt bij actiegroepen en kerken. Inmiddels is in de VS één dollar op de acht duurzaam belegd.

In Europa is volgens Topp de laatste twee jaar duurzaam tot de ‘main stream’ gaan behoren en is duurzaam of ethisch beleggen in verhouding met de VS veel meer geïntegreerd met reguliere financiële instellingen: ‘Na de fraudegevallen is de belegger volgens Topp geschokt: ‘We zien daarom een beweging naar transparantie, niemand wil meer in ‘black boxes’ beleggen. Jonge beleggers hebben daarbij een mening over sommige ondernemingen en laten niet alleen financiële argumenten meewegen bij het nemen van beslissingen over sparen en beleggen. Tenslotte eisen ook vakbonden en andere organisaties dat pensioengelden duurzaam worden belegd.’

Alhoewel duurzaam beleggen ook in Nederland duidelijk op de kaart staat, is het niet zo dat de meerderheid van de gelden uit beleggingstegoeden en pensioenfondsen zijn weg vindt naar duurzame beleggingen. Kleven: ‘Inderdaad gaat het nu nog vaak om slechts enkele procenten tot een procent of tien, maar er zit groei in en uiteindelijk willen we ons specifieke, duurzame fonds overbodig maken.’

Ook Topp sluit zich daarbij aan: ‘We zullen moeten accepteren dat over vijf of tien jaar duurzaam beleggen geen onderwerp meer is omdat de hele markt dan gebruik maakt van duurzaamheidscriteria. Ons gaat het erom dat we uitzoeken hoe we naar die situatie toe groeien.’

Eerder schreven we over de prestaties van duurzaam beleggende fondsen en hun portefeuilles. In dit voorlopig laatste artikel lieten we de duurzaamheidsexperts van Henderson en ING Investment Management aan het woord.

Freddy van Mulligen is hoofd research van Morningstar Nederland.

Share Button