BNP Paribas sluit meer dan 450 bedrijven uit om hun negatieve impact

BNP Paribas sloot in 2017 212 bedrijven uit zijn portefeuille uit; nu zijn het er al ruim 450 en hun aantal zal waarschijnlijk nog toenemen. Bovendien staat een honderdtal bedrijven onder toezicht. Chantal Kamatari, die verantwoordelijk is voor de sectorpolicy’s bij CSR, licht toe.

Hoe valt die plotse toename van het aantal uitgesloten bedrijven te verklaren?


“Ze is het gevolg van twee belangrijke beslissingen die de groep in het najaar van vorig jaar nam: onze relaties stopzetten met bedrijven die hoofdzakelijk in tabak actief zijn en geen bedrijven meer financieren die voornamelijk in niet-conventionele koolwaterstoffen actief zijn (schalie-olie en -gas, teerzandolie, red.), en ook geen enkel olie- of gasexploratie- of -productieproject in het noordpoolgebied meer financieren.”

“Die twee beslissingen vloeien voort uit de verbintenis van de groep om de economische ontwikkeling te financieren door minder negatieve impact te genereren en een grotere positieve impact te hebben op de stakeholders. De schadelijke gevolgen voor de gezondheid die tabak teweegbrengt, moeten we niet meer bewijzen; idem voor die van de winning van niet-conventionele koolwaterstoffen voor het milieu. Interessant om op te merken is dat, wat tabak betreft, het de medewerkers zelf waren die hun verontwaardiging lieten blijken toen CIB een belangrijke transactie sloot in die sector.”

Tabak komt op de ‘lijst van uitgesloten goederen en activiteiten’, net zoals asbest of controversiële wapens, terwijl er voor niet-conventionele koolwaterstoffen een sectorpolicy bestaat. Wat is het verschil?

“Het merendeel van de bedrijven die hoofdzakelijk in tabak actief zijn, is niet bereid om zijn businessmodel te veranderen. De analyse van een witboek over tabak, dat in 2016 is gepubliceerd, leidde in elk geval tot die conclusie. Twee jaar later besliste de groep dus om ze zonder meer uit haar portefeuille uit te sluiten. Bedrijven die actief zijn in niet-conventionele koolwaterstoffen daarentegen, zijn dat ook heel vaak in andere energiebronnen. Met deze sectorpolicy (die de policy over teerzand niet alleen uitbreidt, maar tegelijk ook vervangt) kunnen we voorwaarden stellen en de betrokken bedrijven aanmoedigen om mee te werken aan een energietransitie naar een CO2-arme economie, die we sinds 2011 resoluut ondersteunen via verschillende verbintenissen.”

Wat is de impact van die twee beslissingen op België?

“Wat de niet-conventionele koolwaterstoffen betreft, is de impact minder groot aangezien de bedrijven die in die sector actief zijn, voornamelijk in Noord-Amerika gevestigd zijn. Maar voor tabak is het een heel ander verhaal. CIB heeft de grote bedrijven in kwestie al in kaart gebracht en dus ook opgenomen in de lijst van uitgesloten bedrijven. Voor RPB en Commercial Banking zouden er nog een zestigtal kleine en middelgrote ondernemingen of Belgische dochterondernemingen moeten bijkomen. Het is niet gemakkelijk om die bedrijven in kaart te brengen, want we moeten vaststellen of tabak al dan niet een van de hoofdactiviteiten van de klant is.”

Een honderdtal bedrijven staat nu ‘onder toezicht’. Wat houdt dat precies in?

“Het gaat ofwel om bedrijven die onze sectorpolicy’s wellicht niet naleven, of om bedrijven die ze in het verleden niet hebben nageleefd maar die hun praktijken hebben aangepast en die we dus gedurende een jaar van nabij volgen.
Wanneer een bedrijf onder toezicht staat, moet elke transactie voorgelegd worden aan een ‘Exceptional Transaction Committee’ (ETC). En als er sprake is van het aangaan van een zakenrelatie, onderwerpen we het bedrijf aan het oordeel van een ‘Customer Acceptance Committee’ (CAC).  Die comités bestaan uit verantwoordelijken van Compliance, CSR, de business en, indien nodig, deskundigen die zich gespecialiseerd hebben in de betrokken sector.”

Verwacht je dat de groep nog andere sectoren zal uitsluiten of nieuwe policy’s zal uitwerken?

“Ja, in de mate waarin BNP Paribas aandacht besteedt aan zijn maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar het heeft geen zin om policy’s uit te werken als ze niet in de praktijk worden toegepast. De Relationship Managers spelen in dat opzicht een essentiële rol.”

“Binnenkort gaan we ons ook moeten conformeren aan de nieuwe Franse wet op de ‘waakzaamheidsplicht’, die in februari 2017 werd aangenomen. Die wet verplicht bedrijven van meer dan 5.000 fte’s met een zetel in Frankrijk een waakzaamheidsplan uit te werken ter voorkoming van ernstige schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de gezondheid en de veiligheid van mensen, en ook van het milieu. Het betreft uiteraard hun eigen HR- of milieubeleid, maar ook dat van hun leveranciers en klanten. Dat zal een enorme impact hebben, want het zal betrekking hebben op al onze klanten – en niet alleen diegenen uit sectoren die als gevoelig worden bestempeld (binnenkort volgt daarover meer info in Dixit Today, red.).”

Share Button